30 JUNI 1988 350 De heer BOKKELKAMP Wij kunnen ons verenigen met het stuk zoals het hier voor ons ligt. Heel symbolisch is het kaartspel wat we vanavond op tafel vinden. Ik heb de joker opgezocht en hij is erbij, dus deze is helaas niet in Tilburg gebleven. Als ik het dan nog vergelijk met het rikspel dan hebben het college, het ambtelijk apparaat en de stuurgroep enorm moeten pieken. We hopen dat het geen misè re wordt en de schoppenmie laten we in Tilburg liggen. Mevrouw PAULUSSEN De heer Koekkoek zegt, dat het met de reactie van Breda op de vierde nota ruimtelijke ordening moeilijk is, want de nota is niet aan de orde. De heer De Bruijn heeft al terecht verwezen, wat ik ook wil doen, naar bladzijde 4 van de algemene reactie op de vierde nota. Hierin stelt U dat de gemeenteraad van Breda het geformuleerde beleid in grote mate onderschrijft. Dit hebben we nog steeds niet uitvoerig met elkaar besproken, maar het staat al op papier. Voor ons zijn er nog heel wat kanttekeningen en opmerkingen. In de vierde nota is de filosofie van het knoop punt een belangrijk begrip. Voor Brabant betekent dit alleen, dat het knooppunt in concurrentie wordt gebracht met andere ste den. In de commissie heeft de heer Boshart ook al betoogd dat het concurrentiebegrip in het bedrijfsleven een hele belangrijke rol speelt. Steden zijn geen bedrijven en overheden hebben ande re doelstellingen dan bedrijven. De operatie knooppunt zou bud gettair neutraal moeten verlopen. Dit heeft U ons in de informa tieve raadsvergadering uitvoerig uit de doeken gedaan. Nog duide lijker waren de uitspraken van de heren Lubbers en NIjpels die achtereenvolgens verklaarden, dat budgettair neutraal betekent: wat je aan de ene stad toevoegt, dat moet je bij de andere stad weghalen. In de pleitnota wordt een opmerking gemaakt en wordt er verwezen naar de Brabantse stedenrijDe verkeerde conclusie wordt getrokken uit deze pleitnota. U trekt immers de conclusie dat Breda knooppunt moet worden en dat niet op een bepaald mo ment juist de Brabantse stedenrij een heel belangrijk element in de vierde nota ruimtelijk ordening zou moeten zijn. In de vierde nota wordt geen basis gelegd voor een goed milieubeleid; er is geen effectieve aandacht voor het openbaar vervoerbeleid en een duidelijk sociaal beleid ontbreekt. Dat zijn voor ons zeer be langrijke zaken die in de vierde nota blinde vlekken zijn of niet aan de orde komen en ook in de pleitnota niet of nauwelijks aan de orde komen. Ruimtelijke ordening in dienst van de econo misch sterken; de pleitnota volgt deze tendens slaafs. Een link se politiek kan er nooit op gericht zijn om economisch sterken te bevoordelen ten koste van economisch zwakken. Wij verzetten ons tegen het verbreden van de kloof tussen arm en rijk, of die kloof nu ligt tussen arme en rijke mensen of arme en rijke ste den. De pleitnota is op dat laatste wel gericht. De Lisa-fractie gaat daarom niet akkoord met dit preadvies. De heer SINKE In de gecombineerde commissievergadering heb ik al mijn compli menten uitgesproken over het kwartet van voorgaande reacties en deze eindreactie. Ik wil die complimenten hier graag herhalen. Op een goede manier is uitvoering gegeven aan het verlangen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 350