30 JUNI 1988
359
coördinatie welzijnswerk, waaraan gekoppeld was voorzitter van
de commissie maatschappelijke dienstverlening, voorzitter van
het Woonwagenschap etc. U heeft dat op een week na een hele peri
ode volgehouden, want op 31 augustus 1982, een week voor het ver
strijken van de zittingsperiode, stelden de heer Welschen en U
Uw portefeuilles ter beschikking. De oorzaak hiervan herinnert
men zich nog heel duidelijk. Van 1982 tot 1986 bent U wederom
raadslid, lid van de gewestraad, lid van het stadsgewest en lid
van het college van verlening van bijstand geweest. Toen kwam er
een breuk in Uw politieke functioneren binnen de P.v.d.A.-frac
tie. U bent in maart 1984 samen met de heer Crul voor het reste
rende deel van de zittingsperiode een aparte fractie gaan vor
men. Deze fractie functioneerde onder de naam Paulussen/Crul.
Dat was 3 maanden voordat ik hier deze stoel mocht gaan bezet
ten. Ik ken U dus alleen vanuit die combinatie. Op 30 januari
1986 heeft U met de heer Scharff tezamen in een raadsvergadering
medegedeeld, dat de fracties van de P.P.R. en Paulussen/Crul had
den besloten een federatie aan te gaan onder de naam Lisa en dat
U als voorzitter van de Lisa-fractie ging optreden. Dat is zo ge
bleven in de periode 1986-1990, die nu half voorbij is en waar
bij U een groot aantal commissies hebt moeten bezetten. In Uw
brief van 14 november 1986 neemt U ontslag als lid van de commis
sie gemeentelijk overleg en personeelszaken. Dat was misschien
al een voorzichtige aanduiding, dat U ging afbouwen en dat gaat
verder in Uw vertrek uit de politiek. Kijkend naar Uw langdurige
staat van dienst, moeten wij U in ieder geval namens het stadsbe
stuur dank betuigen voor het feit, dat U zich zo lang hebt inge
zet voor de belangen van deze stad. Daarbij viel uitdrukkelijk
op, dat bepaalde groepen die genoemd plegen te worden aan de on
derkant van de samenleving te zitten maar ook andere groepen zo
als vrouwen, minderheden etc., Uw bijzondere belangstelling had
den. Ik kan me voorstellen dat de politieke ontwikkelingen in
die 18 jaar niet onberoerd aan U voorbij zijn gegaan, van de
P.v.d.A. naar de fractie P.C. en naar de Lisa-fractie. Ik richt
me met name op Uw bestuurlijke inzet als raadslid. Daarvan moet
ik zeggen dat U een buitengewoon strijdbaar, bewogen, maar ook
zeer fel opererend raadslid bent geweest, waar de een wat meer
problemen mee heeft gehad dan de ander. Mij is ook opgevallen
dat er in de loop van de jaren een soort haat-liefde verhouding
ontstaan is. Als we elkaar buiten de deur tegen kwamen, leerden
wij U kennen als een bijzonder vriendelijk en aardig persoon. Ze
ker tussen ons twee, want we spreken de taal uit Limbabwe: we
komen beiden uit dezelfde provincie. Zodra wij weer in functie
waren, dan kon U ongekend fel Uw mening verkondigen. Dit moet
echter ook kunnen, want ieder doet dat op zijn manier. In de we
derzijdse verhoudingen heeft dat natuurlijk wel eens tot conflic
ten geleid, maar ook dat kan in de politiek gelukkig. Ik zou
toch moeten constateren, dat hoe men ook over Uw functioneren ge
dacht heeft en denkt, er één zaak overheerst, namelijk dat U
zich met grote toewijding hebt ingezet voor de belangen van de
burgers van deze stad en voor bepaalde groepen waarvoor U meende
in het bijzonder op te moeten komen. Ik heb In een interview ge
lezen dat U gezegd heeft: "Ze zijn nog niet van me af." Dat hoop
ik ook niet, al zal het niet in deze functie zijn. Ik ben ervan
overtuigd dat U zich, ongetwijfeld ook na deze periode als raads-