30 JUNI 1988 361 We hebben dat ervaren. Je kon ln de clinch geraken met colle ga's in de raad, maar ook met het college. Het kon er soms fel aan toe gaan en Je wilde wel eens door een muur die niet te bre ken was. Je bleef strijden, soms tot het bittere einde. Je zette Je in voor subsidie voor de vrouwenraad en het vrouwenhuis Bre da, waarbij de tribune in deze raadszaal vol zat met vrouwen en kinderen. Daar werden activiteiten ontplooid voor een grote groep van de Bredase bevolking, uit de vrouwencafé1svrouwen huizen, vrouwentrefcentra, praatgroepen, V.O.S.- en bijspijker- cursussen. Je vond het voor vrouwen belangrijk dat ze met elkaar konden werken en praten om te ontdekken wie en wat ze zijn, wel ke rol ze altijd hebben gespeeld en hoe het ook anders kan. De accommodatie voor die groepen vond Je steeds onvoldoende, maar het was in ieder geval iets. Een subsidie daaraan toegekend, vond Je op zijn plaats. Je vond dat het nog maar een begin was en doorgaan met de vrouwenstrijd was Je devies. De uitbreiding van Breda als groeistad en met name de Haagse Beemden hield Je bezig. Moest het zo nodig op deze manier? Bij de eerste woonwijk op papier vroeg Je aan wethouder Van Dun: "Komt er ook hoog bouw?". Uiteraard, zei Hans, maar ze worden niet hoger dan de bo men in de Haagse Beemden. Je antwoordde toen, dat die nogal hoog waren. Dan komen ze er ook, zei Hans, maar niet dezelfde als in de Hoge Vucht. Wanneer Je meende tegenstand te moeten leveren op een bepaald raadsvoorstel, dan deed Je dat met volle allure. De verbouwing c.q. opknapbeurt van dit gemeentehuis is ook niet naar Jouw wens verlopen. Het had soberder gekund en het geld daaraan besteed had best op een andere manier gebruikt kunnen worden. Bij voorstellen over de verkoop van gemeentelijke gron den en panden was het de laatste Jaren eigenlijk al niet meer no dig om te vragen hoe Je daarover dacht. Je was er toch altijd te gen. Je hebt Je in Je politieke loopbaan als raadslid en als wet houder van deze gemeente zelf gestalte gegeven. Wisselend vanuit grote en kleine fracties heb Je een bijdrage geleverd, onder de voor Jezelf niet altijd gemakkelijkste omstandigheden. Je hebt vaak strijd geleverd zoals eerder is opgemerkt. Je bent er uit eindelijk toch dezelfde bij gebleven. Als jij de wethouder finan ciën met naam aansprak, dan ging het meestal zo: "mijnheer R(eu)mkens". Wij begrepen toen dat Je uit Limburg kwam, uit dat deel waar ook de mijnwerkers vandaan komen, hard vechtend, hard strijdend en hard werkend: dat siert Je. In het onderwijs, vooral als docente op de Sociaal Academie, weet Je Je kennis en ervaring over te brengen op vele Jongeren. Nu, na 18 Jaar, zeg Je dat het genoeg is geweest, althans wat het raadswerk be treft. Je draagt het aan anderen over, maar volledig de politiek vaarwel zeggen zal er wel niet inzitten. Strijdlustig zoals Je altijd was in deze raadszaal, vrijwel altijd een oppositierol vervullend, zul Je niet bij de pakken doen neerzitten. Jouw plaats aan die zijde van de raadszaal, waarbij Jouw achterban vaak boven op de tribune zat, zullen we missen. Zal het een ver lies zijn? Ja, ik denk van wel. Niet iedereen zal het hiermee eens zijn, maar het hoeft toch ook niet slecht te zijn. Het is wellicht wel eens vervelend om wat tegenwind te merken bij raads voorstellen. Opkomend voor zijn of haar belangen mag en moet kunnen. Of iedereen dat op deze manier zou hebben gedaan, dat laat ik graag in het midden. Lucie, bedankt. Namens de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 361