28 JANUARI 1988 36 de toekomst. Er is een paar keer gevraagd hoe het de komende jaren zit en wat we dan gaan doen. Ik wil een aantal dingen duidelijk stellen. Er lopen enkele termen door elkaar, namelijk stedelijk beheer, buurtbeheer en stadsvernieuwing. Het is niet allemaal hetzelfde, zoals hier en daar gesuggereerd werd. Als je kijkt naar buurtbeheer, dan zal het zeker een bepaalde mate van organisatie zijn om in de buurten het niveau wat op te krikken, maar ook om het niveau daarna te handhaven. In die zin sluit een organisatie, die je voor buurtbeheer nodig hebt, aan bij de afrondende fase van de stadsvernieuwing, want dat is het beheer na de stadsvernieuwing. In die zin sluit de notitie buurtbeheer, die in het voorjaar komt, zeker aan bij wat gevraagd werd over de afronding. Je moet dat op elkaar afstemmen en niet met het een vooruitlopen op het ander. De bewoners van de stadsvernieu wingsgebieden zijn daarbij betrokken, want dat is uiteindelijk de bedoeling van buurtbeheer: de betrokkenheid van de bewoners. De stadsvernieuwing oude stijl betekende forse ingrepen, zoals sloop, nieuwbouw, zeer hoogwaardige renovatie en een forse schok in een buurt. Als je nu kijkt naar de stadsvernieuwing in de jaren 1990, en dat staat ook in het stuk, dan wordt er veel meer gedacht aan specifieke projecten. Dat kunnen ook specifieke projecten in buurten zijn. Het is in die zin wat meer dan het buurtbeheer. We moeten enkele zaken naast elkaar zetten en niet allemaal door elkaar laten lopen en in elkaar laten schuiven. Over de stadsvernieuwing in de jaren 1990 wordt in dit plan ge zegd, dat we dat in de komende tijd met elkaar moeten ontwikke len. Het is nu inderdaad het voortzetten van een oude lijn die in gang gezet is. Er zitten enkele nieuwe zaken in, zoals het op hogen van de particuliere woningverbetering, wat andere aan dachtsgebieden daarvoor en de aanpak van de grote panden. Het is niet altijd zo, zoals gezegd werd, dat we ze zelf zouden moeten aankopen en verbeteren. Dat zou kunnen, maar je kunt het ook met anderen samen doen. Het is niet zo, dat wij dan zeggen: het moet de bestemming groepsbewoning of kantoorruimte krijgen. Er zijn dan enkele mogelijkheden. In het stuk wordt het voorbeeld van de Prinsenkade genoemd. Dat zijn zaken waarover we met z'n allen on ze zorg hebben. Het zijn stukken die duidelijk het beeld van de stad meebepalen en daaraan zullen we iets moeten doen. Een ander element is de binnenstadsranddie moet aansluiten op de binnen stadsnota. Over de sociale woningbouw het volgende. Het is nooit zo geweest, dat we met elkaar geconstateerd hebben, dat er al leen maar sociale woningbouw in de binnenstad zou mogen. We ko men daarop vanzelfsprekend bij een later agendapunt terug. Enke le prioriteiten zullen een verdere uitwerking in het komende jaar moeten krijgen. Dat is ook aangegeven in het eerste half jaar 1988, zodat de uitgaven die ervoor staan inderdaad betrek king hebben op het tweede halfjaar 1988. Er is gevraagd hoe het zichtbaar is voor ons dat het juiste bedragen zijn. Ik heb net aangegeven dat de nieuwe beheersregels,als er gepraat wordt over de uitwerking van projecten, duidelijk zullen moeten maken, dat dat de bedragen zijn. Als ze dat niet zijn, dan zullen we met elkaar moeten zien in welk onderdeel geschoven kan worden. Dat betekent dat de uiteindelijke uitwerking, zoals bijvoorbeeld vandaag het voorstel over de Nassaustraatvan die bedragen aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 36