1 SEPTEMBER 1988 380 wacht U, gelezen nu de taakopdracht van a. tot en met e., dat het nieuw voorgestelde onderzoek wel tot de gewenste resultaten zal kunnen leiden. Voor een afdelingsonderzoek 200.000,voteren is niet niets. Kunt U ons garanderen dat wij kunnen controleren dat die terugverdiend worden? Wij geven ons vertrouwen om het na der onderzoek te laten uitvoeren bij positieve beantwoording van onze vragen. Wij verzoeken U om in de commissie van Ruimtelijke Ordening en Grondbedrijf de tussenrapportage te kunnen bespreken, zodat de dan gemaakte opmerkingen tijdig verwerkt kunnen worden in de eindrapportage. Of verkiest U dat een en ander zal gebeuren bij de begroting van 1989 wanneer die aan ons wordt gepresenteerd? De heer GARRITSEN Bij dit voorstel wil ik een paar kanttekeningen maken. Ik vind dat het college de raad onvoldoende informeert over knelpunten die binnen de dienst ontstaan. Als ik binnen dit preadvies con creet lees dat er een te grote werkdruk is en als ik kijk naar de discussie over de bezuinigingen van 650.000,op personeelskos ten bij openbare werken en je vraagt dan of dit echt kan, dan ko men dit soort signalen eigenlijk nooit naar boven. Wil je als raad goede besluiten kunnen nemen, dan moet je optimaal van infor matie worden voorzien. De wethouder kan zeggen dat er in het ver leden rapporten geweest zijn, maar ik had graag gezien dat die in formatie ook in het preadvies zou staan, zodat zaken na te trek ken zijn en dat je niet in een besloten vergadering wordt geïnfor meerd over de knelpunten en dat je de volgende vergadering een voorstel van 200.000,op tafel hebt liggen. Ik voel me dan be hoorlijk overdonderd. Die informatie moet op een nettere en bete re manier naar voren komen en er dient een veel opener beleid in gevoerd worden. Mevrouw PLES Wij willen ook een opmerking maken over een werkgroep. Het zou niet mogelijk moeten zijn dat een werkgroep met het vertrek van een persoon uit elkaar valt. De continuïteit bij zo'n onderzoek is natuurlijk heel belangrijk en zal wellicht invloed hebben ge had op de dure kosten die we nu moeten maken. Verder ziet de P.v.d.A. het vooral als een procedure-voorstel. Wij vinden het een goede zaak dat er orde op zaken wordt gesteld, maar na het on derzoek en de analyse vinden we dat we een inhoudelijke discussie moeten aangaan. De heer Boshart De Lisa-fractie heeft in de betreffende commissie al blijk gege ven van een zekere huiver tegen het Instituut van extern advi seur. Niet alleen in dit geval, maar ook in andere gevallen. Wij vinden het voorstel met name ten aanzien van de externe adviseur bij civieltechniek dermate onvolledig gemotiveerd dat wij niet voor dit voorstel kunnen stemmen. Wethouder RATTINK Naar aanleiding van de vraag wat in het verleden de opdracht is geweest en wat de resultaten daarvan zijn het volgende. De op dracht in het verleden was een wat ruimere gezien de hele reorga-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 380