29 SEPTEMBER 1988
390
De heer BOSHART
De Lisa-fractie wil dit verzoek graag ondersteunen.
De VOORZITTER
Het college heeft geen behoefte om aan het verzoek van de heer
Garrltsen en de heer Boshart te voldoen, maar buigt uiteraard
voor de wil van de raad. Ik meen te mogen constateren dat daar
geen meerderheid voor gevonden kan worden.
De heer DE BRUIJN
Wij willen graag over deze situatie praten, maar wel meer inhou
delijk, omdat het voor ons nu wat moeilijk is om op de hele zaak
in te gaan, zonder dat wij exact weten wat er aan de hand is.
De VOORZITTER
Wordt het voorstel van de heren Garrltsen en Boshart gesteund?
Nee, dan zal geen discussie over deze stukken plaatsvinden en
dan zijn ze voor kennisgeving aangenomen. Zoals aangekondigd was
ik voornemens hedenavond een verklaring voor te lezen met betrek
king tot de toespraak van de minister van justitie, gehouden ter
gelegenheid van de uitreiking van de Hein Roethofprijs afgelopen
maandag. Onder druk van diverse kanten was ik genoodzaakt reeds
afgelopen dinsdag ie reageren, ook in Uw richting. Ik wil thans
in het kort nog eens samenvatten waarom ik de uitspraken van de
minister betreur en ongenuanceerd vind. Ik betreur deze uitspra
ken, omdat hiermee geen enkel doel gediend wordt, het imago van
Breda een ernstige deuk heeft gekregen, mede in relatie tot ons
wervend beleid ten aanzien van ons woon- werk- en leefmilieu en
de gevoelens van onveiligheid van onze Bredase burgers worden
aangewakkerd. Ik verklaar de uitspraken van de minister ongenuan
ceerd, omdat hij ze gebaseerd heeft op statistieken waarvan de
onderzoekers zelf zeggen dat we de uitkomsten niet zonder meer
moeten geloven en de politiestatistieken een soms even vertekend
beeld geven als een lachspiegel. Het feit dat in 1983 voor het
eerst een fietsendiefstal in de politiestatistiek werd meegeno-
mèn, waardoor wij in het criminaliteitspercentage in één keer
van de veertiende naar de tweede plaats stegen en het feit dat
een fietsendiefstal in de statistiek even zwaar gewogen wordt
als een roofmoord, maakt duidelijk dat op grond van de statistie
ken geen conclusies kunnen worden getrokken ten aanzien van het
al dan niet zijn van de crimineelste stad van Nederland. Daar
voor gelden andere maatstaven, om een voorbeeld te noemen: het
vrijwel ontbreken van herolneprostitutie in Breda. Een probleem
waarbij in een andere stad enkele duizenden personen betrokken
zijn. Ik wil het hierbij laten, omdat ik hedenmorgen een brief
van de minister van justitie heb ontvangen, waarvan de inhoud
als volgt luidt: ns-Gravenhage, 28 september, aan de burgemees
ters van de gemeenten Breda, Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Gro
ningen, Lelystad, s-Hertogenbosch, Arnhem, Deventer en Hilver
sum". Geheel tegen mijn bedoeling in heeft op maandag 26 septem
ber Jl. de uitreiking van de Hein Roethofprijs voor het meest ge
slaagde lokale preventie-initiatief aanleiding gegeven tot voor
o.a. Uw gemeente onaangename publiciteit. Ik betreur zulks ten
zeerste. Juist nu de stijging van de veel voorkomende criminali
teit tot staan lijkt te komen en wij ons gemeenschappelijk er-