29 SEPTEMBER 1988
393
De heer GARRITSEN
Ik wil een paar opmerkingen maken over de discussie die gevoerd
is over de criminaliteit in Breda. Terecht komt U als voorzitter
van de raad, als hoofd van de politie, op voor de stad Breda op
het moment dat deze in een kwaad daglicht komt te staan. Het is
een goede zaak heel alert te zijn op cijfers die gebruikt worden
om een plaats bepaalde stigma's op te spelden. In het verleden,
toen het ging over criminaliteit en de discussie over het aan
tal agenten die we nodig hadden, poogden we, en evenals nu de
meerderheid in de raad, om meer agenten in Breda te krijgen.
Toen werd van de zijde van het college, en ook zeer zeker van U,
nogal eens beklemtoond dat Breda toch heel hoog scoorde in de
criminaliteit vergeleken bij andere grote steden. Omdat de ver
deelsleutel opnieuw vastgesteld is ten aanzien van het aantal
agenten in Breda biedt dat geen soelaas meer en kan dat, volgens
U, Breda alleen maar schaden. We moeten toch terug kijken op de
in het verleden binnen Breda en ook binnen deze gemeente gevoer
de discussie over de criminaliteit. Het is een aspect dat je je
zelf, voor een deel, best mag verwijten. De discussie richt zich
steeds specifiek op meer agenten over straat. Vanuit de gemeente
raad zul je meer naar oorzaken moeten gaan kijken. Op dat ter
rein kan en moet de gemeente Breda nog wel een aantal dingen
doen. Onder andere een echt adequaat drugsbeleid ontwikkelen, de
beleidsnotitie moet nog steeds komen; een alcoholbeleid wordt
nog steeds niet gevoerd, daarover is een notitie in voorberei
ding, maar in feite bestaat het in Breda nog niet; een ander as
pect is de gokverslaving in relatie met het Casino. Je moet ten
aanzien van het gemeentelijk beleid ook kijken hoe je de oorza
ken moet aanpakken. Dat gebeurt veel te weinig. De collegepartij
en moeten daar wat meer aandacht aan schenken en minder aan de
statistieken, want die verbergen vaak echte oorzaken. Voor wat
betreft het drugsbeleid is het ontbreken van een goed adequaat
beleid zeer zeker van invloed op het hoge percentage veel voorko
mende criminaliteit in Breda.
De heer BOSHART
Aan het betoog van de heer Garritsen heb ik weinig toe te voe
gen. Alleen op één punt zou ik op Uw verklaring willen ingaan. U
zegt dat met de toespraak van de heer Korthals Altes en met de
bewering dat Breda met stip stijgend in de top tien geen enkele
belang gediend is. Ik ben bang dat U dat niet helemaal Juist in
schat, want de uitspraken van de heer Korthals Altes zijn gewoon
één in een lange reeks en het is één lange campagne van justitie
om tot meer macht en meer bevoegdheden te komen en de rechten
van de burger in te perken. Ik hoop niet dat deze discussie aan
leiding geeft tot een sfeer waarin op een gegeven ogenblik naar
voren komt wat er precies met Breda is en leidt tot meer bevoegd
heden voor justitie en minder rechten voor de burger.
De VOORZITTER
Ik ben de heer Garritsen dankbaar dat ook hij van mening is dat
al degenen die cijfers produceren daarmee zeer voorzichtig en om
zichtig moeten omspringen om stigma's te voorkomen. Hij stelt
daarna dat wij in het verleden gepoogd hebben meer agenten te
krijgen, omdat Breda zo hoog scoort. Dat is niet helemaal waar.