27 OKTOBER 1988 431 tn eens op een rij gehad om daar met hen open over te praten. Het is bekend, zo politiek naïef ben ik niet, dat er reacties komen ;_t vanuit de bevolking. Maar als je staat op het beleid dat je wil voeren namelijk: we accepteren woonwagenbewoners evenzo als huis je bewoners, dan moet je die moed ook hebben. Dat heb ik de wethou se der nog niet horen zeggen. Als de woonwagenbewoners toch komen ;n met andere locaties, dan betekent dat weer vertraging en als je ziet hoe het tijdschema in elkaar zit dan kun je je die vertra- LS ging niet meer veroorloven.Daarom vraag ik U heel indringend se rieus overleg te voeren met de woonwagenbewoners om nu al te kij ken wat voor wensen ze hebben, wat voor locaties en welke onder zoeken er binnen de gemeente moeten plaatsvinden. Dan heb je te L_ maken met open overleg. Ik neem aan dat mevrouw Heerkens het in m die zin bedoelt, want dan spreken we echt over inspraak. Ik denk dat in het kader van de afbouw van het woonwagenschap het van be- ïn lang is om daar op korte termijn over geïnformeerd te worden. Het heeft nogal wat consequenties, maar ik denk dat het een goe- iW de zaak is om het af te bouwen. Het is een instituut alleen voor woonwagenbewoners en ik denk dat het een slechte zaak is als je dit lang in stand houdt. Maar het is wel van belang dat je dit op een goede manier doet. De heer DERIJCKERE We praten over het beschikbaar stellen van een krediet voor ex it tra projectcoördinatie. Dat is het gevolg van de discussie die we in het voorjaar in de raad hebben gehad. Voor ons liggen de ie beleidsvoorstellen van Uw college. Met deze aanpak zou het moge- Ld lijk moeten zijn om conform de plannen, Driekoningenoord af te Ld bouwen. Wij vinden het een goede zaak dat dit gebeurt en gaan ln derhalve akkoord met het voorstel. Wij nemen aan dat de informa- 3e tieverstrekking naar de burgers op een goede wijze zal verlopen Lj zoals we dat hebben besproken in de commissievergadering. Een an- it der punt is dat wij in de commissievergadering andermaal kennis in hebben genomen van het, blijkbaar onwrikbare, standpunt van de L} provincie met betrekking tot het aantal standplaatsen in Breda. 3} Het is een standpunt dat dateert vanuit het verleden, het is een in aantal jaren oud, en sindsdien is de situatie beduidend veran- derd. Er zijn o.a. meer bewoners die naar een huis willen verhui st zen dan toen werd voorzien. We willen gaarne duidelijkheid over a_ de noodzaak en omvang van de taakstelling, in het licht van de je toekomstige discussie, over de locaties en de locatiekeuze. Het i_ zou goed zijn, en wij nodigen Uw college derhalve ook uit, om Lt hierover opnieuw contact op te nemen met de provincie en ons om- a_ trent het resultaat zo spoedig mogelijk te informeren, at Lj Wethouder VAN RAAK Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Heerkens over de moge- lijkheid om met het aantal werkgroepen dat voorgesteld wordt te an kunnen gaan werken en de taak naar behoren te kunnen vervolmaken rd het volgende. We gaan werken met het voorstel van Bureau Jans- ze sen. We zullen zo snel mogelijk bekijken welk gedeelte we zelf an op kunnen pakken, dat hoort bij het normalisatieproces. We heb- om ben indicaties gegeven wat ons dat van aantal dagen aan bespa- ie ring oplevert. Ik meen dat we op 60 70 dagen minder uitkomen a al dan wij dachten nodig te hebben. Waarom? Als U het rapport van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 431