27 OKTOBER 1988
Alle diensten hebben zich daarop Ingesteld en hebben het bestu
deerd. Inspraak met de bewoners over dit plan had geen enkele
zin. Over de afbouw van het woonwagenschap is in dit plan een aan
tal aanbevelingen opgenomen. De eerste gesprekken met het woonwa
genschap daarover zullen we op korte termijn starten. Zo mogelijk
zal ik U van informatie voorzien. De heer Derijckere zegt dat het
standpunt over het aantal plaatsen dat Breda moet realiseren in
de afbouw van Driekoningenoord al enkele jaren oud Is. In 1987 is
het plan bijgesteld, dus zo oud is het niet. Vóór 1987 heb ik sa
men met de voorzitters van de verschillende schappen in Brabant,
het provinciaal bestuur erop gewezen, dat het gevaar bestond dat
we gingen bouwen voor de leegstand. Ik heb ze gewezen op recente
ontwikkelingen binnen Breda. Het aantal plaatsen dat Driekoningen
oord op dit moment bewoont is 43. Daar gaan er 11 van af voor Mui
zenberg. Rond de Jaarwisseling resteren er nog ongeveer 30. Als
deze ontwikkeling zich ook In 1989 voortzet, dan zou het kunnen
zijn dat we wat minder plaatsen aan hoeven te leggen, dan de pro
vincie ons verplicht voorschrijft. Ik heb daar tweemaal met de ge
deputeerde over gesproken. Zij weigert daarover verder in onder
handeling te treden. Ik ben bereid daarover opnieuw een gesprek
aan te gaan, om te kijken of haar standpunt In deze nog te wijzi
gen is.
Mevrouw HEERKENS
U heeft na de vakantie bericht gegeven dat er rond oktober/novem
ber duidelijkheid zal komen over de locaties. In tussentijd speel
de de inschakeling van het bureau inzake de project-coördinatie.
Daarnaast is er het gegeven dat er in december een voorlichtings
bijeenkomst zal zijn voor woonwagenbewoners en omwonenden. Het is
niet nodig iedere keer een briefje uit te sturen als er een kran
tenbericht verschijnt. Maar het gaat hier om een voorstel waarbij
het hele deconcentratieproces aan de orde is. Het werkt intern en
de betrokkenen zijn er slechts zijdelings bij betrokken, maar het
had toch aan de betrokkenen gemeld kunnen worden. Wat dat betreft
blijf ik met U van mening verschillen.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
U heeft op alle punten die wij noemden of ingestemd of een verdui
delijking gegeven, waardoor heel goed te leven valt met dit voor
stel. Ik ben met name blij te horen, dat U het ook van buitenge
woon belang vindt dat, voordat de heer Janssen verdwenen is, het
gemeentelijke apparaat de volledige kennis heeft om alles over te
nemen op bestuurlijk en beheersmatig terrein. Dat is de absolute
gedachte van het college. Daarna is het afgelopen, want wij heb
ben de kennis in huis, het gaat voortreffelijk en we zijn af van
het bestuurlijk probleem. Op het punt van de inspraak en de repre
sentatieve vertegenwoordiging daarbij, is heel duidelijk antwoord
gegeven. Er wordt gezocht naar een representatieve vertegenwoordi
ging, want die is er op dit moment niet. U gaat duidelijke voor
lichting geven. Ook heeft U niet tegengesproken mijn vraag om de
mensen heel duidelijk te maken, dat er een beperkt aantal moge
lijkheden zijn en dat ook van een vrije keuze niet altijd veel
sprake is. Een hele duidelijke gerichte inspraak en informatie,
zoals in andere wijken naar alle bewoners van de stad plaats
vindt, Is niet tegengesproken en daarmee ben ik buitengewoon ver-
436