27 OKTOBER 1988 438 kan dat niet. Dat is een hele principiële keuze van de wethouder, maar een keuze die mij totaal niet bevalt. De heer DERIJCKERE Bedankt voor de toezegging van het college om een hernieuwd con tact met de provincie te openen. Wij hebben op dit moment geen be hoefte om verder te discussiëren over locaties of over toekomstig beheer welzijnswerk. Dat komt in de toekomst allemaal terug. Wethouder VAN RAAK In de richting van mevrouw Heerkens wil ik zeggen, dat ik in die uitleg melding heb gemaakt van de reden van vertraging. Ik heb specifiek naar deze projectcoördinatie verwezen en naar de voorbe reiding van het vervolg. De conclusie die mevrouw Van Beusekom trekt, namelijk dat als we de kennis in huis hebben het helemaal voortreffelijk gaat, kan ik niet helemaal onderschrijven, dat kan ik alleen maar hopen Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik had dat echt begrepen, maar dit stelt mij teleur. Wethouder VAN RAAK Wij zullen er naar streven dat het voortreffelijk zal gaan. Voor wat betreft de inspraak heeft U mij goed begrepen. De heer De Leeuw verwijst naar het nadelig saldo van tussen de f 500.000, en de f 1.000.000,Hiervoor zal een beroep worden gedaan op het woonwagenschap en, indien nodig, op omliggende gemeenten. Maar eerst moeten wij een indicatie hebben over de precieze risi co's en de precieze grondprijs die gehanteerd moet worden. Daar voor moeten we eerst het overleg met het woonwagenschap starten. Bovendien kan ik pas met het woonwagenschap gaan onderhandelen op het moment dat de raad akkoord is met dit voorstel. De heer DE LEEUW Waarom vermeldt U dit dan niet? Het betekent op dit moment dat wij er zeker van zijn dat er meer geld vanuit de gemeente hier voor gevoteerd moet worden. Wethouder VAN RAAK Het totaal staat op de p.m.-post. Het maximale risico dat U loopt is f 1.000.000, U moet er rekening mee houden dat er door de verschillende gemeenten ook bijdragen betaald zullen moeten wor den. Het gaat om de hoogte die ze kunnen betalen en daarvoor heb ben we dat onderzoek nog nodig. We gaan met de mensen daarover praten. Er worden hier wat indicatieve cijfers genoemd, maar het is zinnig om van een realistisch bedrag uit te gaan. Het wordt ook zinnig geacht om, voordat we met een eindbedrag komen, eerst met het woonwagenschap te overleggen wat we van de verschillende gemeenten kunnen krijgen. Pas dan kunnen wij een definitief be drag noemen. Het gesprek met de woonwagenbewoners heeft nog niet plaatsgevonden en de hoogte van hun eigen bijdrage en die van het woonwagenschap is nog niet vastgesteld. Pas daarna blijft er een restantbedrag over dat voor de gemeente Breda aan de orde is. U wordt overigens nog niet verzocht hiermee In te stemmen. Als, zo wel door de heer De Leeuw als de heer Boshart en de heer Garrit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 438