27 OKTOBER 1988
deelbeslissingen en deelbesluitenHet is de P.v.d.A., ook na de
uitgebreide verslaggeving, nog steeds niet duidelijk, hoe het
komt dat na de eerste brand het pand niet meer verzekerd kon wor
den. Volgens mijn informatie is het mogelijk, dat in zo'n situa
tie een soort beursconstructie wordt gecreëerd, waardoor het be
drag wordt ondergebracht bij verschillende verzekeringsmaatschap
pijen. Het had de gemeente volgens dit preadvies f 150.000,op
termijn kunnen schelen. Wat betreft de positie van de stichting
Stadsherstel het volgende. Voor de P.v.d.A. mag de door de toenma
lige commissie genoemde bijstelling van de visie van de gemeente
ten opzichte van de stichting Stadsherstel gepaard gaan met de ge
degen inhoudelijke en financiële evaluatie van de stichting Stads
herstel, met name ten aanzien van het gemeentelijk beleid, wat be
treft restauraties van monumenten. Met andere woorden: hoe gaan
wij verder met de stichting Stadsherstel; géén we hier wel mee
verder of kiezen we voor een andere constructie. Ik denk dan aan
een constructie zoals de vereniging Hendrik de Keizer in Amster
dam. Op wat voor manier willen wij als gemeente verder gaan met
het particuliere initiatief ten aanzien van de restauratie van mo
numenten?
Wethouder ADANK
Ik heb gepoogd de koe bij de horens te vatten. Dit is een bijna
onmogelijke klus in de context van enerzijds de periode 1981 tot
1988, anderzijds discussie en tijddruk. In de lange voorgeschiede
nis van "De Koe" hebben zich vele momenten voorgedaan dat informa
tie, nodig voor correcte beslissingen, niet op de juiste plaats
aankwam, verkeerd werd getaxeerd of in goed vertrouwen helemaal
niet werd doorgegeven. In het bijzonder gecompliceerde verhaal
van "De Koe" zitten fouten, ook procedurele fouten. De raad heeft
de vinger op de juiste plaats gelegd, ook vanavond. Tijdens de be
handeling in de commissie heeft het college op pijnlijke wijze er
varen, dat te goeder trouw een slechte raadgever is. In de commis
sie is door wethouder Van Raak uitgebreid op een aantal vragen in
gegaan. Het zal duidelijk zijn dat de complexiteit van het pro
bleem verhindert, dat op elke vraag een antwoord mogelijk is, zo
het al uit de stukken is te vinden. Het monumentenbeleid staat
niet ter discussie. Wel de manier waarop het beleid gestalte
krijgt in de uitvoering. Er is een aantoonbaar structureel gege
ven, dat is voor mij de afgelopen dagen duidelijk geworden. Nie
mand wist eigenlijk wie, waar en waarvoor men verantwoordelijk
was. Het heeft geschort aan het formeel vastleggen van de finan
ciële onderbouwing. De gebrekkige verslaglegging zorgt nu voor
een onduidelijk verhaal. Dit ondanks het gegeven dat op een groot
aantal concrete vragen concrete antwoorden zijn gegeven. Het col
lege vindt het complex in Princenhage van groot belang. Voor het
geheel vindt het college dat daar een goede toekomst voor wegge
legd kan zijn, zonder dat ze nu uitspraken doet over de invulling
van het terrein. Er is gevraagd naar relevante stukken die wel of
niet ter visie zijn gelegd. Na de commissievergadering zijn een
aantal stukken aangevuld. Ook is tijdens de commissiebespreking
medegedeeld, dat de mogelijkheid bestond stukken in te zien op de
dienst. Daar is geen gebruik van gemaakt.
De heer DE BRUIJN