17 NOVEMBER 1988
455
De heer KOEKKOEK
Onze fractie is blij met dit raadsvoorstel om te komen tot een
adviescommissie voor de beroeps- en bezwaarschriften. Het heeft
een lange weg gegaan en een grondige voorbereiding gehad in een
aantal vergaderingen van de commissie algemene zaken. Wij zijn
er tevreden mee dat de taken van de commissie onmiddellijk de
uitgebreide taken bevatten. Dus meteen ook de besluiten van het
college erbij. We willen benadrukken dat het wat ons betreft,
maar dat zal bij de evaluatie wel duidelijk moeten worden, een
adviescommissie mag blijven. Wij hebben een aantal aanvullende
vragen die in de commissievergadering niet aan de orde zijn ge
weest. Kunt U toezeggen dat we te zijner tijd in de commissie al
gemene zaken de hele evaluatie-procedure en evaluatie-criteria
voor deze commissie met elkaar bespreken en vaststellen? Is er
al over nagedacht op welke wijze de beroeps- en bezwaarcommissie
openbaar wordt? Dat wil zeggen publiek gemaakt, opdat de burgers
in Breda weten dat men daar terecht kan met de bezwaren. Over de
openbaarheid van dossiers die aangelegd worden door de commissie
het volgende. Is het mogelijk om die dossiers openbaar, dat wil
zeggen gemakkelijk toegankelijk, te maken voor de mensen die een
klacht of een bezwaarschrift hebben. Bijvoorbeeld dat stukken
worden opgestuurd. Heeft dat eventueel nog financiële consequen
ties
De heer GARRITSEN
In de commissie heb ik gemotiveerd waarom ik tegen dit voorstel
ben. Ik heb geen behoefte om dat hier in de raad te herhalen, om
dat de verslaglegging in de commissie algemene zaken voldoende
is
De heer BOSHART
Als we de voor- en nadelen afwegen zijn we toch van mening dat
dit voorstel een betere rechtsgang voor de burger nabij brengt.
Wij hebben wel moeite met een aantal punten die we graag onder
Uw aandacht willen brengen, omdat deze punten als evenveel gra
ten in onze keel blijven steken. In artikel 5, lid 1 en 2, de be
noeming van de voorzitter en de secretaris, staat dat de voorzit
ter benoemd wordt door het college van burgemeester en wethou
ders. Wij denken, gezien het feit dat de betreffende commissie
in niet onbelangrijke mate beroepszaken tegen het college moet
behandelen, dat het college elke schijn zou moeten vermijden om
een voorzitter te benoemen die eventueel college-vriendelijk zou
zijn. Wij stellen ons liever voor dat de voorzitter vanuit de
commissie zelf wordt gekozen, eventueel bekrachtigd door de
raad. Met het systeem van enkelvoudige kamers hebben wij ook wat
problemen. Wij weten dat het ook in andere kringen nogal discus
sie opgeworpen heeft. Er zijn op het ogenblik kringen die met en
kelvoudige kamers nogal wat problemen hebben, omdat zij van me
ning zijn dat dit de rechtsgang en de kwaliteit van de besluiten
in niet onbelangrijke mate kan schaden. Elk besluit, elk advies
moet eigenlijk het resultaat zijn van een afgewogen oordeel. Een
oordeel wat ontstaat uit de botsing van meningen en bij een en
kelvoudige kamer is dat onmogelijk. Wij zouden graag willen dat
dat in ieder geval uit het voorstel zou gaan.