17 NOVEMBER 1988 457 De voorgestelde wijze van behandeling voor de bezwaar- en beroep schriften betekent een belangrijke verbetering op de bestaande procedure. Er zijn een groot aantal voordelen aan verbonden. In de eerste plaats het voordeel van een uniforme behandeling van raadszaken, collegezaken en burgemeesterzaken. Ook het voordeel van de onafhankelijkheid en de juridische deskundigheid van de commissie in het horen en adviseren wordt belast. Tegenover deze voordelen bestaat een mogelijk nadeel. De aandacht voor de be stuursorganen van de inhoud van de beroepschriften zal mogelijk verminderen, doordat de bestuursorganen niet meer in persoon met de appellanten en bezwaren worden geconfronteerd. Daardoor zal op den duur wellicht de praktijk kunnen ontstaan dat men zonder meer conform de adviezen gaat beslissen. Mocht die ontwikkeling zich voordoen, dat zal straks uit de evaluatie kunnen blijken, dan is het alleszins te overwegen om de commissie de beslissende bevoegdheid te geven, zoals ook de heer De Bruijn bepleit heeft. Met een aantal opmerkingen die in de commissie zijn gemaakt is terdege rekening gehouden bij de redactie van het voorstel en dat heeft ook onze waardering. Het is een goed voorbeeld van een procedure zoals die door ons graag wordt gezien. De commissie is zeer intensief vanaf de eerste fase ingeschakeld bij de voorbe reiding van het voorstel en dat heeft tot een aantal ingrijpende wijzigingen op het voorstel geleid. Dat is de juiste wijze van overleg tussen raad en college. De opmerkingen van de heer De Bruijn ten aanzien van de mogelijkheid om ook nog te bezien of de commissie belast kan worden met het behandelen van klachten jegens gemeentelijke ambtenaren en bestuursorganen is ook alles zins de moeite van het overwegen waard. Ten aanzien van de poli tie zou een aparte procedure op zijn plaats zijn. Dat kan niet samengevoegd worden. De VOORZITTER Ik kan kort zijn, omdat ik niet behoef in te gaan op de woorden van waardering die zijn uitgesproken, ook jegens alle ambtenaren die zeer zorgvuldig twee jaar lang aan deze zaak gewerkt hebben. Bij deze gelegenheid mag ik namens het college dank zeggen aan de commissieleden die zich op intense wijze met deze problema tiek hebben willen bezighouden en zinvolle veranderingen en wij zigingen hebben weten te bewerkstelligen. Wat dat betreft kunnen we spreken van een zeer zorgvuldig voorbereid voorstel, maar daar staat tegenover dat het dan ook om een belangrijke zaak gaat. De vraag of wij hier aan toe waren is al een lange tijd in discussie in deze raad. U weet dat de ontwikkeling voortschrijdt en dat in het concept van de nieuwe gemeentewet een onafhankelij ke commissie voorgeschreven is. De komst van deze commissie was onafwendbaar, maar ik acht het namens het college een buitenge woon goede zaak dat U op die wijziging van de wet niet heeft wil len wachten en dus niet de indruk heeft willen vestigen dat U, ware U niet door de wet daartoe gedwongen, niet bereid zou zijn om deze betere rechtsgang voor de burgers nu al in het leven te roepen. Wat dat betreft denk ik dat we vandaag een belangrijke stap zetten in de richting van een betere rechtsgang voor de bur gers. Over de opmerking van de heer Koekkoek, maar ook door ande re sprekers aan de orde gesteld, de evaluatie na twee jaar, het volgende. Het is denkbaar dat wij zouden moeten komen tot een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 457