17 NOVEMBER 1988
tussenevaluatie, omdat er toch ontwikkelingen zijn waarvan men
zich kan afvragen of wij moeten wachten totdat de twee jaar voor
bij zijn. De heer Boshart heeft een voorbeeld gegeven, de enkel
voudige kamer. De vraag is inderdaad of we niet na een bepaalde
tijd moeten evalueren, ook aan de hand van adviezen van de com
missie zelf, of dat een goede ontwikkeling is. De ruimte is gela
ten om dat te doen, omdat er toch een procedure moet volgen. Bij
voorbeeld bij kennelijke niet-onafhankelijkheid kun je een ver
korte procedure in het leven roepen waar alleen een enkelvoudige
kamer, en meestal is dat de voorzitter, de procedure afwikkelt.
Die ruimte moeten we toch behouden. Ik ben het met de heer Bos
hart eens dat wij voor normale bezwaar- en beroepschriften niet
met enkelvoudige kamers moeten werken. Het is wel zo dat het in
een commissie van vijf tamelijk moeilijk is om meervoudige ka
mers in te stellen. Het is mogelijk dat dat zeer snel zal gaan
gebeuren en het is niet uitgesloten dat binnen afzienbare tijd
er een vraag zou kunnen komen vanuit de commissie tot een lichte
uitbreiding. Als dat zo is en ook als andere feilen aan de dag
treden, ondanks de goede voorbereiding, zullen we zeker niet
schromen om weer via de commissie naar U toe te komen. Over het
openbaar maken, waar de heer Koekkoek naar vraagt, het volgende.
We zullen in december als Uw raad nu besloten heeft, beginnen
met een goede voorlichtingscampagne, opdat iedere burger weet
dat hij vanaf 1 januari voor nieuwe zaken terecht kan bij deze
commissie. De lopende zaken worden uiteraard nog volgens de oude
procedure afgewikkeld. Wij zijn zover dat wij aanstaande woens
dag in het college de benoeming kunnen voorbereiden en we zijn
er zeker van dat we in de vergadering van 22 december U het voor
stel tot benoeming van de leden van de commissie kunnen aanbie
den. Het feit dat wij in deze verordening het aanwijzen van voor
zitter en secretaris laten doen geschieden door het college is
ook een zaak die best voor heroverweging in de toekomst in aan
merking kan komen. Wij hadden gedacht in de nieuwe procedure
vooral te letten, wat de voorzitter betreft, op ervaring op dat
terrein en wat de secretaris betreft, op voldoende ruimte en mo
gelijkheden om wat meer dan de andere leden contacten te onder
houden met het ambtelijk secretariaat dat hier aanwezig is. Dat
heeft dus niets te maken met voorkeuren van het college. U be
noemt tenslotte de vijf leden, daar hebben wij als college geen
overwegende invloed op. Uit die vijf zijn wij beperkt en zullen
wij de keuze maken van voorzitter en secretaris. Voor de open
baarheid van de dossiers zullen wij inderdaad zorgdragen. De dos
siers dienen voor de indieners van klachten voldoende toeganke
lijk te zijn. Dan zit ik te denken aan uren waarop de mensen be
schikbaar zijn om van dossiers kennis te nemen. Ik neem graag de
suggestie mee en zal die aan de commissie voorleggen of de toe
gang tot de dossiers vergemakkelijkt kan worden door het ver
strekken van kopieën en dergelijke. Over de opmerking van de
heer De Bruijn het volgende. Hij heeft de goede elementen ge
noemd en hij betreurt het dat de commissie begint met uitslui
tend adviserende bevoegdheid en dat is ook door anderen aan de
orde gesteld. De sprekers hebben duidelijk gemaakt dat niemand
een voorschot neemt op een uiteindelijke beslissing na evaluatie
of er een uitbreiding komt van deze commissie tot een beslis
singscommissie of niet. Sommigen spreken daarover positief en an-