17 NOVEMBER 1988
459
deren nemen daar een ietwat voorzichtige opstelling aan, omdat
nog niet te zien is wat de consequenties van een beslissingscom
missie mogelijk kunnen zijn. Bij de evaluatie komt dat uiteraard
aan de orde. Een andere opmerking van de heer Bruijn, ook door
de heer Taks aan de orde gesteld; is het denkbaar dat deze com
missie na enige tijd ook als commissie voor klachten zou kunnen
dienen. Klachten misschien ook in de meest brede zin van het
woord tegen de lokale overheid in al zijn aspecten. Dus ook
klachten over het optreden van politie maar ook van andere dien
sten of van het college. Dat is aan de orde geweest in de commis
sie algemene zaken. Ik heb dat persoonlijk niet in het college
aan de orde gesteld. Het lijkt mij echter niet uitgesloten dat,
als op enig moment Uw raad zou besluiten om ook een rechtsgang
voor alle burgers met betrekking tot alle klachten in het leven
te roepen, en het is niet verboden, dus denkbaar, deze commissie
met die taak zal worden belast. Het moet dan in een ietwat ande
re vorm, want dan is het geen echte beroep- en bezwaarschriftcom-
missie meer, ingevolge de Wet Arob maar door een aanpassing zou
dat zeer wel denkbaar zijn. Ik heb daarmee ook mevrouw Den Ouden
beantwoord op één vraag na, namelijk de vraag naar vrouwen in de
commissie. Als het college volgende week zou besluiten conform
het ambtelijk aangedragen advies, zal de commissie in ieder ge
val één vrouwelijk lid bevatten. De heer Taks heeft de voordelen
opgesomd: de verbetering van bestaande vacatures, de onafhanke
lijkheid, de juridische deskundigheid. Hij heeft ook geprezen
dat alle drie de bestuursorganen onder de werking van deze veror
dening vallen en hij heeft ook aandacht gevraagd voor de moge
lijkheid van het behandelen van klachten. Ik dacht dat ik al de
ze vragen in mijn antwoord heb meegenomen.
De heer DE BRUIJN
Of de mogelijkheid van de klachtenbehandeling direct aan deze
commissie moet worden opgehangen moet bezien worden. In de toe
komst kan bezien worden wat de meest handige werkwijze is. Ik
zou van U de toezegging willen hebben dat we daarover binnen een
niet al te lange tijd eens in de commissie van gedachten wisse
len om eens te kijken hoe we daaraan gestalte zouden kunnen ge
ven. Om het nu aan deze commissie op te hangen lijkt mij niet di
rect noodzakelijk, omdat het er een van hele andere orde is.
De VOORZITTER
Ik neem aan dat ik namens het college mag toezeggen dat ik over
een half jaar in de commissie algemene zaken nog eens het punt
van de klachtenbehandeling aan de orde zal stellen.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de P.S.P. geacht
wil worden te hebben tegengestemd.
250. JAARREKENING 1987 I.H.M.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van de P.S.P. en Li
sa geacht willen worden te hebben tegengestemd.
251. BEGROTING 1989 I.H.M.