17 NOVEMBER 1988 464 n ken is akkoord, maar het werk waarderen moet altijd gekoppeld h zijn aan de mens die het moet uitvoeren. Met wederzijds goedvin den heb ik mijn ontslag gehad als lid van de commissie POA en s het georganiseerd overleg en daarom wilde ik dit nog even zeggen. De heer GARRITSEN e In de commissie heeft de heer Houbink al aangegeven waarom de e P.S.P. tegen het punt 254 is. In feite ook tegen 253 omdat dat t de technische uitvoering daarvan betreft. Waar het de P.S.P. om gaat is dat er een goed, en er is door veel mensen al over ge- d sproken, personeelsbeleid gevoerd dient te worden. Dat Breda qua salariëring achter ligt bij andere vergelijkbare gemeenten is een bekend gegeven en daar zouden we best wat aan kunnen doen. 'g We moeten het naar onze mening niet zoeken in prestatiebeloning. Als we die richting opgaan dan creëren we een verkeerde sfeer in :n het apparaat, zoals onderlinge concurrentlesterwijl de onder- k linge samenwerking die zou moeten plaatsvinden naar de achter- n grond gaat verdwijnen. Dan gaan we op de verkeerde manier perso- n neelsbeleid voeren. Wij vinden het weinig solidair en zoals de e heer Boshart al aangegeven heeft, in het georganiseerd overleg aan de kant van de vakbond zijn ook de nodige kanttekeningen daarbij gemaakt. Zij zijn ook niet akkoord met dit voorstel. Daar willen wij ons bij aansluiten. .1 De heer DE LEEUW Onze geluiden zijn ook positief in de richting van flexibele be loning. Het vloeit voort uit het personeelsbeleid, zoals dat in de nota beschreven staat. Wat dat betreft is het een goede zaak. n Wel hebben we hier te maken met een experimenteel karakter; we t gaan voor een jaar beginnen. We moeten ervaring opdoen met de flexibele beloning. Wij vragen daarom vroegtijdig in te grijpen waar knelpunten ontstaan en de ervaring niet alleen te laten bij n degenen die gaan oordelen over, maar ook bij hen waarover geoor- e deeld wordt. Het moet dus langs twee kanten gaan. Wanneer ver in wacht U inzicht te hebben in het verloop van dit experiment om ct tot een goede evaluatie te komen. Een vroegtijdige evaluatie is Le van belang om de continuïteit te garanderen. LJ Wethouder SANDBERG 3- Om met de woorden van de heer Van Dongen te beginnen is het ze- ;n ker geen schokkend of spectaculair voorstel. Aan de andere kant 3- mogen we wel met elkaar vaststellen dat Breda toch een van de ;- eerste gemeenten is, die een bescheiden begin maakt met de flexi- ;n bele bezoldiging. Dat betekent dat wij in een betrekkelijk korte Ld tijd voor de derde maal in de twee jaar dat ik deze portefeuille an naar een gewijzigd personeelsbeleid. Ik denk dat we daar onder ag beschouwen de afronding van de reorganisatie met de instelling a- van de concernfunctie, binnenkort ter discussie. De grote mate 3k van mandatering, delegatie van een aantal zaken met betrekking Lg tot het personeelsbeleid naar de hoofden van dienst en de direc- an teuren en nu dan de bescheiden introductie van flexibiliteit in an bezoldiging. Eigenlijk kan het, en dat is door meerdere sprekers ke zo verdeeld, vanuit twee verschillende optieken benaderd worden, r- Ten eerste is er een werkgroep bezoldiging aan de gang, dat was 10 mag beheren, een hindernis nemen van enige importantie op weg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 464