17 NOVEMBER 1988 476 len nadrukkelijk aandacht schenken aan bekendmaking en ook in in dividuele situaties zullen we ingaan op een oplossing voor even tuele aanlever-problematiek. Doordat we vier keer per jaar opha len kunnen we vrij exact prognosticeren wat de daaraan verbonden kosten zijn. Bij de invoering van de minicontainers gingen we uit van een veronderstelde ophaal van 1220 minicontainers bij een uitzet van 1300, omdat anders de wijk te groot werd. Deze on zekerheden zijn er niet. De enige onzekerheid die er is, en die heb ik ook in de commissie gemeld, is dat hier is uitgegaan van een geprognosticeerd aanbod van één kilogram per huishouden en dat de verwerkingskosten van één kilogram, dus 120.000 kilogram op jaarbasis, in de prijs zijn verdisconteerd. Ik hoop dat ik naar U kan toekomen met de mededeling, dat de inschatting te laag was en dat de opbrengst meer is. Dan betekent dat een addi tionele kostenfactor. Het betekent een mindere kostenfactor per kilogram ingezameld chemisch afval. Als onverhoopt die ene kilo gram niet wordt gehaald, dan is de prognose te optimistisch ge weest en zullen de kosten lager zijn. Dat is de enige onzekere factor in de prognose ten aanzien van de kosten. Ten aanzien van de voorlichting, er is een heel draaiboek, wil ik ongevraagd de toezegging doen, dat ik daarover in de commissie regelmatig in formatie zal verstrekken. Ik hoop dat ik hiermee de somber ge stemden in de P.v.d.A. wat optimistischer heb gemaakt. Wij wil len met deze invoering een belangrijke basis voor het scheiden aan de bron, althans het weghalen van een storend element bij het scheiden aan de bron, realiseren. Daarmee leven we ook in de gedachte van de P.v.d.A. in het kader van de milieuaanpak. Een ander punt is dat de inzameling vier keer per jaar gebeurt door een particulier bedrijf. Daar is bewust voor gekozen. Er is be wust gekozen om dit niet via de milieudienst te doen, omdat wij een aanmerkelijke verstoring krijgen van de hele bedrijfseconomi sche benadering. We halen namelijk vier keer per jaar op en daar voor kun je geen structurele voorziening treffen. Dat betekent namelijk een piekbelasting. Bedrijfseconomisch gezien is het van uit die optiek alleszins verdedigbaar. In het kader van het pro vinciaal afvalstoffenplan klein chemisch afval, waartoe ik op 8 december op het provinciehuis de voorbeelden vanuit Breda mag presenteren, wordt juist gepleit voor een koppeling met het klein chemisch afval uit bedrijven vergelijkbaar met dit geheel, waarvoor door de provincie ook een aantal bedrijven zijn aangewe zen die voldoen aan de normen en de criteria die door de provin cie gesteld worden om daar invulling aan te geven. We hebben één van deze bedrijven hiervoor uitgekozen. Met dit bedrijf hebben we zowel bedrijfseconomisch als milieuhygiënisch verantwoord een ophaal. Het is dus geen principiële keuze om dit ten dele te privatiseren, maar het is bewust een keuze uit bedrijfseconomi sche gronden, waarbij de deskundigheid en de investeringen bij het bedrijf aanwezig zijn. Denkt U maar aan de chemokar die inge zet moet worden. We zouden dan een chemokar moeten hebben die, afgezien van die vier keer per jaar, de rest van het jaar werk loos op de werf zou staan en de deskundigheid, want er moeten la boranten zijn die de zaak daarna milieuhygiënisch verwerken. Dat is de achtergrond van de particuliere inzameling. Dit neemt ech ter niet weg dat de primaire verantwoordelijkheid bij de milieu dienst blijft liggen. Mevrouw Pellis en de heer Garritsen vonden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 476