17 NOVEMBER 1988 480 haar advieseurs. Of en hoe die informatie is geweest weten wij niet, omdat wij er destijds niet persoonlijk bij betrokken wa ren. Het blijkt dat er ook in die tijd al kanttekeningen zijn ge plaatst bij met name de kwaliteit van de te bouwen woningen. Daar is door de meerderheid van de raad overheen gestapt. Er is geconstateerd dat het een experiment was en dat men het maar moest proberen. De ene fractie is wat positiever geweest dan de andere, door te vertellen dat men trots was dat men deze wonin gen mocht bouwen. Andere partijen zijn wat kritischer geweest, maar de grote meerderheid is in de raad daarmee akkoord gegaan. Hier wordt duidelijk aangegeven de positie van de raad, als ama teurs, ten opzichte van de profs, namelijk het college en haar adviseurs. De raad heeft en kan te weinig inzicht hebben in dat soort vrij complexe situaties, waarbij ze moet afgaan op de in formatie. Of er in het verleden fouten zijn gemaakt is moeilijk na te gaan. De politiek aanspreekbare is op dit moment onmoge lijk aan te wijzen. Misschien zouden we een ereburger van Breda nog eens kunnen aanspreken, tenslotte heeft deze een speciale po sitie in Breda. Als gemeenteraadpartijen moeten we duidelijk een conclusie trekken over de kritische houding naar bepaalde voor stellen, ook al zijn we amateurs in dat geheel. Ons wordt wel eens verweten dat wij te kritisch zijn naar het college toe, waarbij we dan vragen krijgen of we nog wel in het college zit ten. Op zich is het toch erg belangrijk dat we ons kritisch blij ven opstellen. Of voorkomen had kunnen worden wat is gebeurd be twijfelen wij, maar op zich blijft een kritische houding altijd een goede zaak. Wat we nu voor ons hebben is eigenlijk de afwik keling van een buil. De buil zijn woningen. De woonsituatie is onaanvaardbaar en zeker op lange termijn. Deze is nauwelijks te verbeteren. We kunnen ingrijpen uitstellen, maar uitstel van in grijpen betekent extra financiële consequenties. Gegeven deze twee aspecten kunnen wij akkoord gaan met het voorstel door zo snel mogelijk deze zaak af te wikkelen. We kunnen hooguit als conclusie geven, dat het een experiment was en dat het Jammer is dat het is mislukt. Het kost wel geld. Op welke wijze en op wel ke termijn is het college van plan om in goed overleg te treden met de bewoners van de woningen om de zaak met hen goed af te wikkelen. Uit onlangs verkregen geschriften heeft mogen blijken, dat er wat onrust heerst bij de bewoners. Onrust is natuurlijk nooit goed. Het is noodzaak dat we, in goed overleg met de bewo ners, trachten zo snel mogelijk een definitief einde aan dit ex periment te maken. De heer GARRISTEN Ik heb aan de hand van de discussie die we hebben gehad in de commissie openbare werken een aantal schriftelijke vragen ge steld, ex artikel 48. Ik vond dat zelf erg belangrijk, omdat de wijze waarop wethouder Rattink mijn vragen beantwoordde van die mate was dat ik daar moeilijk genoegen mee kon nemen. Vandaar dat ik in het college een aantal vragen schriftelijk heb ge steld. Daarin heb ik ook gevraagd om, als de informatie die ik wilde hebben niet op tijd zou komen, dit raadsvoorstel vanavond niet te behandelen en die zaak uit te stellen. Vanavond om half acht krijg ik de antwoorden op de ex artikel 48-vragen. Ik vind dat ongelooflijk laat en eigenlijk zou ik moeten verzoeken om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 480