17 NOVEMBER 1988 486 stellen, namelijk om dit experiment in sociaal opzicht op een juiste wijze af te werken, kan ik alleen maar van harte onder steunen. Mevrouw DAMMER-NOORMAN Zoals wij ook in de commissie te kennen hebben gegeven vindt de P.v.d.A. het noodzakelijk om over te gaan tot afboeking van f 6.785.OOO,van de boekwaarde, omdat de financiële strop steeds groter wordt. Over de sloop van de woningen die aan dit voorstel gekoppeld is hebben wij zo onze vragen. Is slopen het enige alternatief en is nagegaan of hergebruik van de woningen tot de mogelijkheid behoord? Nog 4 jaar exploiteren van de wonin gen zal ook best moeilijkheden geven. Je zult niet zo makkelijk een woning verhuren die binnen afzienbare tijd gesloopt wordt. Dat de huur maximaal 10% per jaar omlaag gaat is een kleine pleister op de wonden. In 1981 zijn wij, was het met de nodige twijfels, met de bouw van deze woningen akkoord gegaan. We gaan nu geen oude koeien uit de sloot halen, maar het is een dure les geweest. De realiteit is dat er geen andere mogelijkheid is, maar wij willen nogmaals het belang van een goede begeleiding van de bewoners benadrukken, mede gezien de brief die wij van de ze bewoners hebben ontvangen en de informatiebijeenkomst van gis teravond. Graag willen wij de toezegging van het college, dat het mogelijke gedaan wordt met betrekking tot hergebruik van de huizen en delen hiervan. De heer GARRITSEN Bedoeld de P.v.d.A. hergebruik van de huizen en voortzetting van de bewoning? Mevrouw HEESSELS Nee. U heeft de discussie in de commissie daarover ook gevolgd. Wij hebben gevraagd te kijken wat we met deze woningen kunnen doen. Moeten we ze zo maar slopen of zijn er misschien nog delen die we kunnen gebruiken. Dat hebben wij in de commissie ook ge zegd. Ik heb er bezwaar tegen om die hele commissie hier te gaan herhalen. De heer GOOS Toen op 17 maart 1981 de raad bijna unaniem het voorstel, om te komen tot de bouw van 66 aluminium woningen, ondersteunde, hier en daar met de nodige kanttekeningen, had niemand kunnen vermoe den dat nu op 17 november 1988 we als raad het onvermijdelijke te verwerken zouden krijgen. Kritiek wordt geuit: een duidelijk ongenoegen en een pijnlijke ervaring is het te moeten constate ren, dat het experiment is mislukt. Met nadruk zeg ik dit ook na mens onze fractie. Ook wij beleven er geen vreugde aan dat dit experiment, hoe goed bedoeld dan ook, niet kon worden omgezet in een blijvende positieve bijdrage de woningnood van die jaren te helpen oplossen c.q. verlichten. Wie wilde toen geen wezenlijke bijdrage leveren ten aanzien van de prioriteit wonen. Woningen voor de sociaal zwakkeren. We waren ervan overtuigd, dat die wo ningen voldeden aan de wensen en voorschriften. Ze waren ge toetst op hun technische kwaliteiten en op gevolgen van het nieuw te gebruiken materiaal. Het afdekken van de eventuele toe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 486