17 NOVEMBER 1988 4 88
heer De Bruijn proef ik enige tegenspraak als hij zegt, dat er
tal van kritische kanttekeningen werden gemaakt, maar dat uitein
delijk de raad daar overheen gestapt is, en de vraag of er wel
voldoende inzicht was toen het voorstel voorlag.
De heer DE BRUIJN
Dat hoeft geen tegenspraak te zijn. De raad kan kritische kantte
keningen krijgen volgens de informatie van het gemeentebestuur
en volgens die informatie niet meer op dezelfde manier kunnen we
gen of inzicht daarin hebben en dan er overheen stappen. Dat
hoeft niet met elkaar in tegenspraak te zijn.
Wethouder RATTINK
Oké, maar de in het verleden gemaakte kritische kanttekeningen
en de twijfels die er op dat moment waren zijn nu deels bewaar
heid. In die zin kan er niet gezegd worden, dat we het niet wis
ten. Er is gevraagd of de raad voldoende wist op dat moment en
er is gevraagd of er een rapport is waar indertijd naar is verwe
zen. De heer Garritsen heeft dat ook in de commissie gevraagd en
hij heeft op zijn ex artikel 48-vragen hetzelfde antwoord gekre
gen als in de commissie. Dat het hem niet bevredigd is dan jam
mer, maar het is niet anders. Het rapport kennen wij niet. Het
is een interne notitie van het ministerie geweest en die is niet
vrijgegeven aan de gemeente Breda. Vandaar dat wij daarover niet
kunnen beschikken.
De heer GARRITSEN
Dit is een compleet ander antwoord als dat wat ik in de commis
sie kreeg. Er is in die periode gezwaaid met rapporten en daar
mee is de raad op een verkeerd been gezet. U heeft gezegd, dat
daar geen sprake van is. U heeft dat ontkend. Dat was voor mij
een punt om erop terug te komen.
Wethouder RATTINK
Ik denk dat degenen die bij de commissievergadering aanwezig ge
weest zijn mijn verhaal kunnen bevestigen. U heeft gesteld dat
de commissie onjuist geïnformeerd zou zijn. Onjuist is echter
iets ander dan onvolledig. U heeft gesteld dat er is gezwaaid
met rapporten, maar ik heb gesteld dat rapport niet te kennen.
Het is een interne notitie van het ministerie. Dat antwoord is
ook indertijd gegeven aan de heer Van Asseldonk. Weliswaar na de
raadsvergadering, maar dat antwoord is ook toendertijd gegeven.
De heer GARRITSEN
Toen ik dit in de commissie vroeg was U compleet niet op de hoog
te van de discussie die zich toen in de raad heeft afgespeeld.
Het was voor U compleet nieuw. Wat mij toen verbaasde was, dat U
zei dat er geen onjuiste informatie was gegeven. Het blijkt nu
dat er wel onjuiste informatie is gegeven.
Wethouder RATTINK
Ik zie nog niet in, dat er onjuiste informatie is gegeven. Als
er is gezegd, dat er een rapport is en dat rapport blijkt dan
een interne notitie van het ministerie van VROM te zijn, dan kun
je over de woorden "rapport" en "notitie" van mening verschil-