26 JANUARI 1988
concernfunctie. U hebt, secretaris, daaraan veel bijgedragen.
Daarvoor spreek ik namens de collegepartijen onze welgemeende
waardering uit. Wij stemmen uiteraard in met het voorstel van
het college.
De VOORZITTER
Ik wil de raad er op wijzen, dat er nog een andere gelegenheid
is, waarbij u op informelere wijze van de secretaris afscheid
kunt nemen, zoals de secretaris afscheid van U kan nemen. Ik
stel voor de verklaring van de heer Koekkoek, waarbij het col
lege zich graag aansluit, op dit moment voor kennisgeving aan te
nemen
Akkoord
3. JAARREKENING 1986 VAN INDUSTRIE- EN HAVENSCHAP MOERDIJK.
WIJZIGEN ARTIKEL 26 VAN DE UITKERINGSVERORDENING.
5. WIJZIGEN VAN DE RECHTSPOSITIEREGELING.
Akkoord
6. REALISEREN VAN DE ONTWIKKELINGSSCHETS ZUID-OOST.
De heer BERKHOUT
Na de uitvoerige discussies die in het verleden over het groen
structuurplan en de ontwikkelingsschets Zuid-Oost zijn gevoerd,
ligt er nu een voorstel tot realisering van die schets. De
V.V.D.-fractie vindt het goed te kunnen constateren, dat de in
spraak van de bewoners mede wordt gehonoreerd met de planaanpas
singen. Uw positieve verwachtingen met betrekking tot de bouw
plannen in het park Hooghout lijken inmiddels voor sommigen ach
terhaald te zijn door de feiten. Het uitgangspunt dat ook bij de
geprivatiseerde gronden door middel van contractuele bepalingen
zou worden bevorderd, dat groen inderdaad groen blijft, is
juist. Hiermee wordt bereikt, dat dan aan de waarde voor recrea
tie geen geweld wordt aangedaan. Bij de activere benadering van
de bewoners zal hierop tevoren moeten worden gewezen. Bij de her
bestemming van bouwlocaties dient eveneens te worden gezorgd
voor een bouwwijze die past bij de omgeving. In de aan de bevol
king uitgereikte Uitleg staat, dat de volkstuinenproblematiek nu
niet aan de orde wordt gesteld. Ik herinner U aan de discussies
rond de Aardenhoek en de Wildenborgstraat en de bij de bevolking
gewekte verwachtingen. Daarmee zal te zijner tijd rekening moe
ten worden gehouden. Het werken met beheersplannen geeft waarbor
gen voor de continuïteit en kan, indien goed toegepast, kostenbe
sparend werken. Inzake de financiële aspecten wil de fractie een
kanttekening maken bij de volgende opmerking: "de opbrengsten
per buurt worden gekoppeld aan de uitgaven". Bij een te rigide
toepassing ontstaat het gevaar dat de minder met groen bedeelde
buurten niet kunnen worden geholpen met opbrengsten uit beter be
deelde buurten. Dit was toch een van de uitgangspunten van het
groenstructuurplan. Met betrekking tot de proefprojecten herhaal
ik mijn opmerkingen gemaakt in de commissievergadering: "Nage-