24 NOVEMBER 1988
tal voorwaarden van belang bij het terugdringen hiervan. We noe
men de versterking van de binding van de opgroeiende jeugd aan
de samenleving en het versterken van het overdrachtssproces van
normen en waarden. Op dit terrein ligt duidelijk de taak bij ou
ders en opvoerders, o.a. in het onderwijs. Daarnaast zijn een
paar andere voorwaarden belangrijk waarin het lokale bestuur wel
een zwaarwegende functie heeft. Dat is ten eerste het zorgvuldig
acht slaan op het aspect sociale veiligheid bij de ruimtelijke
inrichtings- en volkshuisvestingsplannen. Een van de punten die
hierbij nog meer aandacht moet krijgen is: het ontbreken van ver
lichting of onvoldoende verlichting op bepaalde openbare plaat
sen. Uit bij de C.D.A.-fractie binnenkomende klachten blijkt re
gelmatig dat juist de slechte verlichting aanleiding is om zich
niet 's avonds op straat te begeven, hetgeen voor velen als iso
lement sbevorderend wordt ervaren. Het tweede aspect is de belang
rijke preventieve taak van het versterken van het functionele
toezicht en de sociale controle. Ik wil hierbij wijzen op initia
tieven zoals in Den Haag en Dordrecht zijn gestart onder het mot
to "attentie buurtpreventie". Bewoners en buurtorganisaties ver
vullen daarbij een serveillerende en signalerende functie die
preventief blijkt te werken en waarbij adviezen en ondersteuning
door de politie onmisbaar is. Ook vestig ik er de aandacht op
dat Dordrecht als eerste gemeente in Nederland is gestart met
een project "Stadswachten", waarbij langdurig werkloze jongeren
tussen 16 en 30 jaar, ingezet worden voor een surveillerende en
hulpverlenende taak. Ook vraag ik U om te onderzoeken of het mo
gelijk is in de A.P.V. bepalingen op te nemen die de bestrijding
van veel voorkomende criminaliteit kunnen bevorderen. Verder is
een voortvarende aanpak van de helingbestrijding, zoals ook de
P.v.d.A. al eerder gevraagd heeft, en een ontmoedigingsbeleid
t.a.v. het gebruik van alcohol en drugs en de gelegenheid tot
gokken, zeer gewenst. Belangrijk is dat tegemoet moet worden ge
komen aan de wens, en misschien is het zelfs beter om te spreken
van de eis, van vele Bredase burgers om méér en duidelijker aan
wezigheid van politie op straat. Het C.D.A. vraagt het college
dan ook om in te stemmen met deze combinatie van directe en uit
gebreide preventieve aanpak en op korte termijn aan deze aanpak
gestalte te geven. Vanuit de beschikbare ruimte in het meerjaren
perspectief is het C.D.A. bereid, voor de aanpak van de randvoor
waarden, middelen in te zetten. Op deze plaats kan ook niet
onbesproken blijven het conflict dat gerezen is tussen U, voor
zitter, als beheerder van het lokale politiekorps en de hoofdcom
missaris. Bekend was dat er problemen waren, bekend was ook dat
er gewerkt werd aan de oplossing van die problemen. De door U
bij de politieministers voorgestelde ontslagverlening aan de
hoofdcommissaris kwam voor het C.D.A. dan ook volkomen onver
wacht en stelde ons voor een fait accompli. De slechts van één
zijde en in een besloten commissievergadering ontvangen informa
tie laat een wirwar zien van zakelijke en persoonlijke menings
verschillen. Ook de politienota die ons zeer onlangs bereikte,
geeft niet de verwachte duidelijkheid met betrekking tot het ge
voerde en te voeren beleid. De nota is niet meer geworden dan
een globale opsomming van problemen, waarbij dan ook nog de poli
tiebegroting ontbreekt. Nogmaals, het C.D.A. heeft, vanuit haar
verantwoordelijkheid als raadsfractie, tot nu toe nog onvoldoen-
508