24 NOVEMBER 1988 511 van het C.D.A. zich beperkt tot de financiële volume vaststel ling. Binnen de op die manier vastgelegde grenzen kan zo spoedig mogelijk de Inhoudelijke discussie plaatsvinden. Een zelfde gang van zaken staat het C.D.A. voor ogen bij de invulling van de taakstellingen en bij de nota kinderopvang. Met betrekking tot het onderwerp budgetfinanciering heeft de wethouder aangekondigd dat daarover in december in het college gesproken gaat worden en dat hij voornemens is in 1990 met 1 of 2 instellingen een experi ment aan te gaan. Omdat het C.D.A. zeer gelnteresserd is in deze financieringsmethodiek, verzoek ik U aan te geven wanneer concre te voorstellen te verwachten zijn. Over volksgezondheid het vol gende. De gemeentelijke taken in het kader van het volksgezond heidsbeleid zijn gedelegeerd aan het stadsgewest. Het C.D.A. acht dit een goede zaak. Er dient echter voor gewaakt te worden dat los van het stadsgewestelijk verband op gemeentelijk niveau toch nog een apartstaand gezondheidsbeleid wordt ontwikkeld. De ze versnippering moet worden tegengegaan. Het C.D.A. heeft geen behoefte aan en ziet niet de noodzaak in van het oprichten van een gezondheids-informatiecentrum, noch op gemeentelijk noch op stadsgewestelijk niveau. De reguliere organisaties zoals de G.G.D. en de Kruisvereniging geven aan deze informatietaak al op goede wijze invulling. Over volkshuisvesting het volgende. Medio dit jaar is de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda er kend als toegelaten instelling volkshuisvesting. Dat betekent dat er in Breda nu 4 private corporaties zijn die samen met de gemeente, zijnde verantwoordelijk voor de publieke taken, de zorg hebben voor met name de sociale woningbouw in onze stad. De vraag die daarbij opkomt is wanneer de definitieve overdracht plaatsvindt van het bezit van het G.W.B. en hoe het zit met de invulling van de publieke taken, die nu tijdelijk bij de Woning bouwvereniging Volkshuisvesting Breda zijn ondergebracht? Met in gang van 1989 verandert de procedure van de toekenning van de wo ningcontingenten aan Breda. De rechtstreekse toekenning door VROM wordt gewijzigd in een mede door de R.V.C. Stadsgewest te bepalen verdeling. In hoeverre worden het verstedelijkingsbeleid en de centrumfunctie van Breda in deze verdeling gesteund en be staat er een kans dat de niet gekregen extra 100 woningen van 1988 alsnog worden toegekend? Het volkshuisvestingsbeleid voor Breda wordt op korte termijn gepresenteerd in een nota. Het C.D.A. zal dan nader op een aantal zaken ingaan. Belangrijk daar bij is het zolang mogelijk zelfstandig en zoveel mogelijk in de eigen omgeving kunnen blijven wonen van de bejaarde en de ouder- wordende Bredanaars. Ook zal in samenwerking met de onderwijs-in- stituten vorm gegeven moeten worden aan de bouw, het beheer en de verdeling van woongelegenheid voor studenten. Op korte ter mijn is van belang te weten hoe inhoud gegeven wordt aan het doorstromingsbeleid. Kunt u aangeven wanneer daarover duidelijk heid komt? Volgende maand komt in de commissie volkshuisves ting/stadsvernieuwing de evaluatie van de S.W.B. (Stichting Woon ruimteverdeling Breda) ter bespreking. In hoeverre is er dan ook duidelijkheid over de nieuwe bestuursstructuur van de S.W.B. Over stadsvernieuwing het volgende. Het verheugt het C.D.A. dat het stadsvernieuwingsprogramma 1989 nu ook integraal in de begro ting is opgenomen. Hiermee wordt een afweging van beleid en prio riteiten met de reguliere activiteiten mogelijk. Vraag is wel in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 511