24 NOVEMBER 1988 513 tie Claudius Prinsenlaan gegarandeerd moeten worden. Een onder werp dat al jaren in de Algemene Beschouwingen van het C.D.A. te rugkomt is de Zuidelijke Rondweg. Op hoofdlijnen zijn onlangs ge dachten ontvouwd, maar verdere besprekingen moeten nog volgen. Voor de vorm van de uitvoering zal vooral bepalend zijn de leng te van de financiële polsstok, zoals Breda die van het rijk gaat krijgen. Ook al is het C.D.A. ervan overtuigd dat onze onderhan delaars het onderste uit de kan weten te slepen, toch wil ik hier al waarschuwen voor al te overspannen verwachtingen. Het zal zeker geen boom worden waar de miljoenen vanaf te plukken zijn. Over het parkeerbedrijf het volgende. Nog steeds is het zo dat de positieve opbrengsten van het betaald parkeren bij par- keermeters, de verliezen van de parkeergarages moeten goedmaken. En dat dan ondanks het feit dat nog steeds parkeermeters worden leegeroofd en vernield. Het C.D.A. vraagt het college dan ook om blijvende aandacht voor beveiligen van de parkeermeters en het bevorderen van het gebruik van perkeergaragesOok strenger op treden tegen hinderlijke foutparkeerders zal de verkeersrust in de stad kunnen bevorderen. Niet onvermeld mag hierbij blijven de positieve werking die uitgaat van het palenplan. Over sport en recreatie het volgende. Veel en goed werk is verzet in het kader van de herschikking van de groen sportaccommodaties. Vooral de mogelijkheid om daardoor goede sportvoorzieningen in de Haagse Beemden te realiseren is van belang. Het C.D.A. is van mening dat de zorg die de overheid in zijn totaliteit in het verleden voor de burgers had, heeft geleid tot een te grote afhankelijk heid van organisaties en individuen van die overheid. De verant woordelijkheden voor de samenleving zijn te veel komen te liggen bij de overheid, en worden te weinig gevoeld als juist ook de verantwoordelijkheden van de burgers en organisaties. Om hierin weer een evenwicht te bereiken en wellicht zelfs kwaliteitsverbe tering is het C.D.A. voorstander van hierop gerichte deregule ring en privatisering. Hieruit volgt onder meer dat privatise ring dient te passen in een algemeen beleidskader, dat duidelijk heid en richting aangeeft. Kunt U deze mening onderschrijven? Het BOTT-gebied, ofwel de noordelijke stadsgrenzen van Breda met de aanliggende plaatsen, zal de komende tijd onderwerp van ge sprek zijn. Het C.D.A. vertrouwt erop dat U bereid bent op basis van de provinciale plannen te komen tot een constructief ge sprek met vooral Teteringen. Ter invulling van de 342.000, taakstelling uit de Kadernota 1989 hebben wij separaat een noti tie van een bestuurlijke werkgroep ontvangen. Met de voorgestel de invullingen voor 1990 heeft het C.D.A. geen problemen. Wel zetten we enkele vraagtekens bij de haalbaarheid van de taakstel lingen m.b.t. tennis- en gymnastiekaccommodatiesTot slot van dit onderdeel nog 2 opmerkingen. Het voornemen het schoolzwemmen in zijn volume te handhaven kan op de sympathie van het C.D.A. rekenen. De voorstellen daarover wachten wij af. Met betrekking tot de relatie tussen de gemeete en N.A.C. lijkt het moment aan gebroken om tot afrondende besluitvorming te komen. Kunt U aange ven wanneer wij eventueel een integraal voorstel kunnen verwach ten. Het volgende over cultuur. Het gemeentelijk kunst- en cul tuurbeleid voor de komende jaren moet gestoeld zijn op een to taalvisie. Deze totaalvisie zal naar onze mening opgebouwd moe ten worden rondom de begrippen "samenhang, concentratie en doel-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 513