2 b NOVEMBER 1988 521 vanuit zijn visie en taakopvatting, om de Bredase burger een zo goed mogelijke politiezorg te bieden, betreuren wij deze ver stoorde relatie. Wij hebben er begrip voor, dat de burgemeester hangende de ontslagprocedure geen nadere mededelingen wenst te doen, maar we rekenen er op dat hij zodra mogelijk eigener bewe ging aan de raad verantwoording zal afleggen en volledige ope ning van zaken zal geven. Tot onze tevredenheid zal het door de V.V.D.-fractie bij de begrotingsbehandeling 1988 bij motie ge vraagde beleid voor de verwijdering van opschriften in samenhang met de imago-verbetering gestalte gaan krijgen. Deze gecoördi neerde aanpak voorziet zeker in de behoefte, gezien de schrifte lijke vragen die de C.D.A.-fractie over dit onderwerp onlangs heeft gesteld. In het kader van de bestuurlijke criminaliteits preventie dringen wij er op aan, dat bij de inrichting van par ken en overig openbaar groen aan het aspect sociale veiligheid ruime aandacht wordt gegeven. Op het vlak van de milieu-educatie bepleiten wij versterking van het contact met het bedrijfsleven om zo een doeltreffend preventief beleid te kunnen voeren. De op vatting van het college, dat de handhaving van de milieuwetge ving tot het reguliere takenpakket van de politie behoort, wordt door ons gedeeld. Wel zullen bij de politie de daartoe benodigde formatieplaatsen moeten worden geschapen. Met bijzondere belang stelling zien we uit naar de binnenkort in de commissie volks huisvesting te voeren discussie over de criteria voor de verkoop van woningwetwoningen, een door ons voorgestaan beleid. Voor het toekomstig volkshuisvestingsbeleid is kwalitatieve woningregis tratie zeer belangrijk. Daarover dient het college overleg te voeren met de woningcorporaties. Hoe staat het hiermee en hoe is thans de stand van zaken met betrekking tot de regeling voor het fonds artikel 56 Woningwet? Deze vraag hebben wij al meerdere ja ren gesteld. Bij de Kadernotabehandeling 1989 is door het colle ge toegezegd, dat onze suggestie om de privatisering van het NAC- complex, inclusief de bijvelden, nog eens onder ogen te zien na der zal worden bestudeerd. Welke vorderingen heeft het college inmiddels gemaakt? Tenslotte stellen we vast, dat de contouren van het toekomstig cultuurbeleid, die bijna twee jaar lang het college het zicht op de werkelijkheid belemmerden, sinds enkele maanden sterk zijn vervaagd. De V.V.D.-fractie is daarom niet rouwig. Ook wij hebben ons steeds op het standpunt gesteld, dat om verantwoord in deze sector te kunnen bezuinigen een visie op het toekomstig beleid voorhanden zou moeten zijn, maar al bij de Kadernota 1988 hebben we er voor gewaarschuwd, dat de toen juist gepubliceerde notitie zich daartoe niet leende. Deze notitie be vatte te ingrijpende en kostbare plannen om als richtsnoer voor bezuinigingen te kunnen dienen. Zeer tegen onze zin heeft het college de uitwerking van de notitie ter hand genomen zonder de raad eerst in de gelegenheid te stellen zich over de hoofdlijnen uit te spreken. Als het college niet zo eigengereid te werk was gegaan, had de raad al in het voorjaar 1987 prioriteiten kunnen stellen. Dan was de verwarring die door de aanpak van het colle ge, zowel bij ambtenaren als organisaties en instellingen is ont staan, achterwege gebleven en dan was het college wellicht ook een politieke crisis bespaard gebleven. Wij hopen, dat het colle ge er in slaagt zich te revancheren door op korte termijn een vi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 521