24 NOVEMBER 1988
522
sie op het cultuurbeleid aan de raad voor te leggen, die finan
cieel en politiek haalbaar is.
Het door de heer Taks ingediende amendement luidt als volgt:
AMENDEMENT
met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders
tot wijziging van de verordening reinigingsrechten 1984 in ver
band met verhoging van de tarieven, geagendeerd voor de vergade
ringen van de raad ter behandeling van de begroting 1989 op 24,
28 en 30 november 1988;
Ondergetekende, lid van de raad der gemeente Breda;
gelet op het bepaalde in artikel 30 van het reglement van orde;
stellen de raad voor te besluiten als volgt:
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
overwegende dat wordt voorgesteld voor het reinigingsrecht voor
huishoudens de kosten van het kwijtscheldingsbeleid in de tarief
stelling te verdisconteren;
voorts overwegende dat de kosten van het kwijtscheldingsbeleid
ten laste van het steunfonds voor het minimabeleid dienen te wor
den opgevangen;
gehoord de beraadslagingen ter zake;
besluit:
de tekst van artikel II van het bij het voorstel behorend con
ceptbesluit te wijzigen als volgt:
1. in plaats van f 179,48 wordt gelezen: f 171,12;
2. in plaats van f 358,96 wordt gelezen: f 342,24.
en gaat over tot de orde van de vergadering.
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer DE LEEUW
Is er meer gestalte gegeven aan de uitspraak "de raad aan de
macht"? Heeft de raad haar werkwijze werkelijk verbeterd, zoals
door velen hier bepleit? Is de in het verleden geconstateerde af
stand burger - bestuur verkleind? Worden de hoofddoelstellingen
uit het programakkoord gehaald? Vragen die naar de mening van
D'66 terecht kunnen worden gesteld, als we de algemene beschou
wingen van de voorgaande kadernota's en begrotingen overzien.
Zonder absolute uitspraken hierover te kunnen doen, wil D'66 van-