24 NOVEMBER 1988
524
De heer DE LEEUW
U vraagt naar mijn persoonlijke inbreng in de commissies? Ik kan
U dan zeggen dat ik het goede voorbeeld heb gegeven.
De heer TAKS
Dat zal ik navragen.
De heer DE LEEUW
Jammer dat er van die commissies geen verslaglegging is, anders
had U het daarin kunnen nalezen.
De heer TAKS
Daar komt U niet in voor begrijp ik.
De heer DE LEEUW
Zou het geen aanbeveling verdienen om van de begroting in de toe
komst slechts de toelichtingen en de nota van aanbieding te be
handelen en de onderliggende cijfers ter inzage te leggen? Een
cultuurverandering, waarbij zeker in de commissies open en open
hartig met elkaar gediscussieerd kan worden, zonder het getals
criterium telkens als veilig uitgangspunt te nemen, kan leiden
tot een, ook voor het college, bevredigendere behandeling van
voorstellen en het richten van de politieke blik op de toekomst.
De gang van zaken rond het voorstel betreffende de commissie
voor beroeps- en bezwaarschriften is een goed voorbeeld. Naar de
mening van D'66 maakt het college daar nog te weinig gebruik
van. Uiteraard is het andere uiterste, alleen maar behandeling
in de commissie en niet in de raad, volstrekt ongewenst. Overi
gens moeten we constateren dat ook het college niet altijd mee
werkt aan het beter functioneren van raad en commissies. De zich
maanden voortslepende discussie rond de commissieverslagen is
hiervan een triest voorbeeld. Kunt U ons toezeggen dat we die
commissieverslaggeving op kortere termijn tegemoet kunnen zien?
Kortom, als we van mening zijn dat de cultuur van de overheid
moet worden bijgesteld, en als we van mening zijn dat de over
heid inspirerend moet werken, moeten we met z'n allen ons functi
oneren eens echt ter discussie stellen. D'66 nodigt dan ook alle
fractie-voorzitters en U als voorzitter van het college uit om
in de eerste maanden van het komend jaar fundamenteel te praten
over een werkelijk beter functioneren van raad en commissies.
Wellicht kan daarbij de te verwachten nieuwe gemeentewet worden
betrokken. De zojuist bedoelde cultuurverandering van de poli
tiek levert een bijdrage tot het verkleinen van de afstand bur
ger-bestuur. Echter er is meer nodig. De bereikbaarheid en toe
gankelijkheid van de overheid is van groot belang. Gezamenlijke
huisvesting van overheidsdiensten is op zich niet voldoende. In
tensieve training en begeleiding zijn nodig om de interne cul
tuur van de overheid aan te passen aan de tijd. Het in Groningen
lopende Vonk project kan voor ons als voorbeeld dienen. Daar
naast dienen "fysieke" maatregelen genomen te worden ter nadere
invulling, bijvoorbeeld de openstelling en de eenduidigheid in
bereikbaarheid. Openstelling in de avonduren is in het verleden
financieel en politiek niet haalbaar gebleken; toch zullen we er
het komend jaar op terugkomen. De eenduidigheid in bereikbaar
heid stuit nu nog op bezwaren bij het personeel. In het belang