24 NOVEMBER 1988 525 van de duidelijkheid naar de Bredase burgers verzoeken wij U nog maals te bezien of op creatieve wijze invulling kan worden gege ven aan dit probleem, zonder daarbij de belangen van onze mede werkers te schaden. Nog twee aspecten willen wij noemen die van belang zijn in de relatie burger-bestuur, namelijk het maatschap pelijk middenveld en de voorlichting. Het maatschappelijke mid denveld bestaat uit belangengroeperingen en organisaties van het particulier initiatief. D'66 constateert dat de invloed van dit middenveld gegroeid is, mede door deregulering en afstoting van taken. Daarmee is de rol van de individuele burger verkleind. We moeten oppassen dat de burger nu niet gemangeld wordt tussen de overheid en dit middenveld. De burger kan immers middels democra tische wegen nog terecht bij de overheid, maar wat zijn de demo cratische grondregels bij dit middenveld? Centraal moet blijven staan het belang van de burger. Dit kan uiteraard leiden tot het behoud van bestaande of het opzetten van nieuwe structuren, maar daarbij zijn een drietal eisen van essentieel belang: democra tisch functioneren, openheid en controleerbaarheid. Juist dan kan dit middenveld een plaats innemen tussen burger en bestuur. Wat betreft de voorlichting het volgende. De overheid opereert nauwelijk op de "markt". Haar optreden wordt vaak als lastig er varen en soms zelfs in strijd met wat de burgers willen. Daarte genover staat juist de kritiek dat de overheid teveel geluisterd heeft naar individuele en groepen van burgers en te weinig aan dacht heeft besteed aan het gemeenschappelijk belang. Deze ont wikkelingen kunnen naar de mening van D'66 leiden tot het afkal ven van de voorlichting vanuit de overheid. Hoewel er nu reeds vaak sprake is van eenrichtingsverkeer, is het gevaar niet denk beeldig dat de voorlichting meer en meer gebruikt zal gaan wor den om de burgers beter te kunnen overtuigen van het politieke gelijk. Voorlichting is een vorm van communicatie, zij mag dan ook niet eenzijdig worden. Zij heeft een taak bij zowel de maat schappelijke als politieke controle, een taak die niet onderge schikt mag worden gemaakt aan de voorlichting als beleidsinstru ment van de overheid. Wat de financiën betreft het volgende. Met betrekking tot capaciteitsbepaling en verdeling van de beschikba re middelen is voldoende gezegd bij de behandeling van de Kader nota 1989. Aangetekend moet hierbij worden dat de late informa tie van het rijk over de definitieve toekenning van gelden tot niet geringe bijstellingen heeft geleid. Enkele punten als ver volg op deze nota kunnen evenwel niet onbesproken blijven. Bin nen de gemeentebegroting is het fenomeen van afschrijving en re servering geen gemeengoed. Hoewel aangegeven is dat er in speci fieke gevallen gebruik van zal worden gemaakt, vragen wij U om in de commissie financiën te bespreken in welke gevallen het wen selijk zou kunnen zijn een dergelijk financieel regime te voe ren. Uiteraard niet in details, maar op basis van te hanteren uitgangspunten. D'66 constateert met vreugde dat ook voor het college de invulling van de bezuinigingen op de sector cultuur erg moeilijk is geworden. Hoewel er vooralsnog sprake is van een eenmalige afdekking van 2 ton, hopen wij op enige structurele verlichting voor deze sector. Alvorens antwoord te kunnen geven op de vraag omtrent het programakkoord wil D'66 enkele punten uit de commissies naar voren halen. Uiteraard betekent deze be perkte behandeling niet dat alle andere aspecten voor ons niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 525