24 NOVEMBER 1988
536
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer BOSHART
De P.S.P. geeft hier blijk van een optreden, waarvan we al meer
blijk hebben gekregen, namelijk door te praten over de vrouw met
de baard. Alsof dit optreden een kermisattractie zou zijn. Deze
opmerking van de P.S.P. laat ik voor wat ze is. De vrouw die ge
kozen is, is op dit ogenblik geen raadslid meer als gevolg van
een aantal tragische achtergronden. De heer Garritsen moet daar
van ook op de hoogte zijn, daarom vind ik deze opmerking niet zo
aardig. In het kader van de ontwikkeling van het Asterd-projeet
heeft een van de leden van het college haar grote waardering uit
gesproken voor de zogenaamde P.P.P.-formule: het Publieke Priva
te Partnerschap, als ik slecht Engels in slecht Nederlands mag
vertalen. De voorliggende begroting 1989 en de onderliggende
stukken, zoals bijvoorbeeld de structuurvisie in ogenschouw ne
mend, heeft de Lisa-fractie de indruk dat voor het Bredase colle
ge van burgemeester en wethouders de drie P's nog een geheel an
dere betekenis hebben. Namelijk die van Poenig, Prestigieus en
Parkeren. Parkeren met name in de binnenstad. In het bijzonder
komt dit tot uiting in de verwoede pogingen om Breda te laten
bombarderen tot Stedelijk Knooppunt. Al een half jaar geleden
heeft de Lisa-fractie haar twijfels uitgesproken of Breda wel zo
nodig een dergelijk knooppunt zou moeten worden. Een vraag die
momenteel al niet meer aan de orde lijkt, gezien de geringe kan
sen die Breda nog op een dergelijke status heeft. Niettemin bor
duurt het college nog steeds door op het thema van "Big is
Beautiful" en worden we in de structuurvisie verrast met toploca
ties voor bedrijven die niet of nauwelijks belangstelling hebben
voor Bredase werklozen, met bouwlocaties waar met name de vrije
sector aan de bak kan komen en met een verdere uitholling van de
leefbaarheid van Breda door een verdere uitbouw van de infra
structuur voor het auto-verkeer. Dat een en ander zware lasten
op het gemeentelijke huishouden zal leggen spreekt voor zich.
Maar een helder inzicht in die financiële consequenties wordt in
de begroting 1989 niet gegeven. Evenmin trouwens in de financi
ële gevolgen van het cultuurpleinenplan, van het geplande stads
kantoor en van de Zuidelijke Rondweg. Wat wel duidelijk is uit
de financiële huishouding van dit en van volgend jaar is een gro
te mate van onevenwichtigheid. Enerzijds stuiten wij bijvoor
beeld op uitgaven van vele tonnen die zonder zichtbare effecten
verdwenen zijn of nog zullen verdwijnen in de knooppunt-propagan-
da, uitgaven die betrekking hebben op de "Koe"-affairealsmede
op uitgaven die tot nu toe geen enkel concreet resultaat hebben
opgeleverd met betrekking tot het cultuurpleinenplan. Over uit
stapjes naar Orange praten we dan al niet eens meer. Anderzijds
signaleerden wij een welhaast irritante krenterigheid als het
gaat om uitgaven die met name voor de gewone mensen in onze stad
het leven wat lichter, aangenamer of gezonder zouden moeten ma
ken. Mensen die tot nu toe toch al het meest van de bezuinigin
gen te lijden hebben gehad. Sprekend over bezuinigingen moeten
wij, helaas, evenals in voorgaande Algemene Beschouwingen, terug
komen op de kwestie van de minima. Wat zich in voorgaande jaren
nog vaag, hoewel reeds bedreigend, aftekende, begint nu vaste
vormen aan te nemen. De onderkant van de samenleving wordt zicht-