24 NOVEMBER 1988 539 lieu-aantasting achteraf. Waar het nu juist om gaat is het ver minderen, dan wel voorkomen van milieu-aantasting, in wat voor vorm deze zich ook openbaart. Ongetwijfeld zal het college zijn instemming betuigen met deze stelling. Maar, zo zal het antwoord zijn: "Als gemeente heb je eigenlijk zo weinig mogelijkheden. Mi lieuvervuiling is een gemeente-overschrijdend verschijnsel. Indi viduele gemeenten zijn betrekkelijk machteloos in de bestrijding ervan". De Lisa-fractie twijfelt aan die stelling en vindt dat de invloed en mogelijkheden van gemeenten onderschat worden. Be strijding van milieu-aantasting is echter in belangrijke mate een zaak van prioriteiten stellen. Een gemeentebestuur komt wel heel ongeloofwaardig over als enerzijds ongerustheid over het mi lieu wordt uitgesproken, terwijl anderzijds maatregelen in het vooruitzicht worden gesteld, waarvan het milieubelastende effect reeds nu te voorspellen Is. Met name hebben wij die maatregelen op het oog die tot verder groei van het autoverkeer zullen lei den. Welke rol het autoverkeer speelt als milieuplaag, hoeven wij hier niet uiteen te zetten. Maatregelen ter beperking van het autoverkeer zijn dringend op hun plaats. Versterking van de "zachte" verkeerssoorten en van het openbaar vervoer is noodzake lijk. In een notitie heeft de Lisa-fractie aangetoond, dat het de gemeente Breda te enen male aan een geïntegreerd verkeers- en vervoerbeleid ontbreekt. Waarvan we wel getuige zijn Is van een reeks van conflicterende doelstellingen en maatregelen ter zake van verkeersveiligheid, openbaar vervoer en parkeren in de bin nenstad. Tevens is in ieder geval duidelijk dat in de visie van het college een onbelemmerd auto-gebruik centraal staat. Een dis cussie over de maatschappelijke functie van het openbaar vervoer wordt zorgvuldig vermeden. De verkeerscomponent van de structuur visie is dan ook van een welhaast verpletterende eenzijdigheid. Optimalisering van de bereikbaarheid van het centrum voor au to's, aanzienlijke uitbreiding van de parkeercapaciteit in de binnenstad, aanleg van de West-tangent en streven naar een capa citeit van de Zuidelijke Rondweg tot meer dan het dubbele van wat oorspronkelijk was beloofd. Van stadsweg naar snelweg dus. Niet voor niets noemen wij verkeer, vervoer en milieu in een adem. Verkeer, vervoer en milieu zijn in zeker zin eikaars rand voorwaarden. Een goed milieubeleid is niet mogelijk zonder daar in onder andere het verkeer en de effecten daarvan te betrekken. Een verkeer- en vervoerbeleid kan niet gevoerd worden met het voorbij zien van de milieu-effecten. Vermakelijk is dat college partijen zelf ook nattigheid beginnen te voelen. Bij de begro ting van milieu, ongeveer een maand geleden, bedolven zij de be treffende wethouder onder een reeks van wenselijkheden, zelfs zo danig dat het diensthoofd verklaarde knettergek te worden van al les wat over hem heen kwam. Wat hier natuurlijk vooral van be lang is, is dat de collegepartijen voor een dubbeltje op de eer ste rang willen zitten. Aan de ene kant een reeks voorstellen die ze doen en een reeks van wensen die ze op tafel leggen en aan de andere kant extra geld voor het milieu, ho maar. Ook ik zou als ambtenaar daarvan knettergek worden. Om deze twee-een heid te benadrukken dringen wij bij het college aan op een rede lijke termijn met twee nota's te komen die in samenhang worden opgesteld. Ik wil hierbij de nadruk leggen op "samenhang". Een nota verkeer en vervoer waarin het terugdringen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 539