28 NOVEMBER 1988 5^9
mogelijk beeld te geven van de verstoorde relatie burgemeester
korpschef, alsmede over de oorzaken op grond waarvan geen over
eenstemming kon worden bereikt over de taak van de korpschef en
de wijze van uitvoering daarvan. U zou mij kunnen verwijten dat
ik ten aanzien van de problematiek niet erg open ben geweest.
Waar het echter over personen gaat, heb ik tot het uiterste ge
probeerd de problemen buiten de openbaarheid te houden. Dit al
lereerst, omdat ik verwachtte dat we op weg gingen naar een nieu
we organisatie en dat het zou lukken om hier samen met de korps
chef uitvoering aan te kunnen geven. Het is overigens hoogst on
gebruikelijk dat personeelsproblemen, die in alle lagen van ons
personeelsbestand voorkomen, in openbare raads- en commissiever
gaderingen aan de orde komen. Het betreft hier een taak van ons
college en, waar het de politie betreft, van mij. Voor alle per
soneelsleden bestaat voldoende rechtsbescherming om geschillen
tussen werkgever en werknemer door een onafhankelijke rechter,
de ambtenarenrechter, te doen beslechten. Personeelsproblemen
dienen in beginsel geen onderwerp van politieke discussie te
zijn. Op verzoek van de beide politieministers tracht ik op dit
moment ten aanzien van de procedure de grootst mogelijke terug
houdendheid in acht te nemen. Ik spreek de hoop uit dat de beide
ministers zo spoedig mogelijk een besluit zullen nemen. Dit om
aan de onzekere situatie een einde te maken. Aangenomen mag wor
den dat de besluitvorming zorgvuldig tot stand zal komen en dat
de beide ministers die informatie zullen inwinnen die zij noodza
kelijk achten en diegenen zullen horen die naar hun mening daar
voor in aanmerking komen. Het ligt op de weg van de ministers
daarover te beslissen. Om die reden ontraad ik motie 1 van de
P.S.P.
De heer GARRITSEN
Is dat unaniem van het college?
De VOORZITTER
Ja, dat is unaniem van het college. Overigens zeg ik de raad
toe, zulks op verzoek van de V.V.D.-fractie, te zijner tijd in
een besloten vergadering de commissie openbare orde en veilig
heid verder te informeren. Zowel de C.D.A- als de V.V.D.-fractie
heeft ingestemd met onze opvatting dat de handhaving van de mi
lieuwetgeving tot het reguliere takenpakket van de politie be
hoort. Dit houdt in dat daarvoor binnen het politiekorps geen
mensen worden vrijgemaakt. De politie zal worden verzocht hier
aan de grootst mogelijke aandacht te besteden. De C.D.A.-fractie
heeft gevraagd strenger op te treden tegen hinderlijke fout-par-
keerders om mede op deze wijze de verkeersrust in de stad te be
vorderen. Met de C.D.A.-fractie ben ik van mening dat het aantal
fout-parkeerders in deze stad erg groot is. Al jaren sta ik daar
om een andere aanpak van dit probleem voor, waarbij onder andere
kan worden gedacht aan het frequenter wegslepen van voertuigen
en het gebruik van wielklemmen.
Wethouder SANDBERG
Met betrekking tot economische zaken en werkgelegenheid zijn
drie belangrijke aandachtsvelden aan de orde geweest. Namelijk
de werkgelegenheidsontwikkeling, de aanpak van langdurige werklo-