28 NOVEMBER 1988 553 blijven. Het college is bereid in het eigen personeel te investe ren en voldoende vormings- en opleidingsfaciliteiten te bieden om het personeel in de gelegenheid te stellen aan de verwachtin gen te blijven voldoen. In antwoord op de betreffende vraag van de heer Koekkoek delen wij mede, dat bijzondere aandacht hierbij uit zal gaan naar het middenkader, aangezien aan de medewerkers op dit niveau bijzondere eisen worden gesteld bij de uitvoering van het beleid. Wij denken hierbij met name aan het voeren van functioneringsgesprekken en hun rol bij de invoering van flexibe le bezoldiging. Tegen deze achtergrond zal het U duidelijk zijn, dat wij thans reeds een terughoudend beleid voeren met betrek king tot het aantrekken van externe adviseurs. Dit beleid houdt in, dat wij alleen dan overgaan tot het inhuren van externen, in dien de vereiste expertise binnen de eigen organisatie niet voor handen is en er ook geen behoefte bestaat om de gevraagde deskun digheid structureel binnen de eigen organisatie te nemen. Daar naast kan het in enkele gevallen wenselijk zijn een onafhandellj- ke visie te vragen. Ik hoop daarmee de vraag van de heer Sinke voldoende beantwoord te hebben, want er is geen sprake van ge brek aan vertrouwen in het kunnen van onze eigen medewerkers. Wat betreft de bezoldiging het volgende. In deze benadering van het personeel past ons streven om het persoonlijk functioneren een "grotere" factor te laten zijn bij het vaststellen van de in dividuele bezoldiging. Wij zijn dan ook voornemens om in goed overleg met Uw raad, met het georganiseerd overleg, het ambte lijk management en de medezeggenschapscommissies aan dit streven concreet inhoud te geven. Daarnaast zullen en moeten wij nagaan of, en zo ja, in welke mate en bij welke categorieën van ons per soneel er sprake is van een bezoldigingsachterstand en welke maatregelen wij ter zake kunnen treffen. Wat betreft het forma tiebeheer het volgende. Wij zullen in 1989 een formatiebeheersys teem ontwerpen, wat ons meer in de gelegenheid moet stellen ver schillende emancipatie-prioriteiten, waar de heer Boshart en an deren terecht op hebben gewezen, af te zetten tegen de reële mo gelijkheden die de gemeentelijke organisatie kan bieden aan de onderscheiden doelgroepen. Wij denken hierbij aan een meer even redige vertegenwoordiging van vrouwen in met name hogere func ties, de uit de W.A.G.W. (Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers) voorvloeiende verplichting om per 1 juli 1989 een deel van het personeelsbestand uit gehandicapten te laten bestaan, het schep pen van werkgelegenheid voor etnische minderheden, het weer opne men van langdurige werklozen in het arbeidsproces en het bieden van perspectief aan jeugdige werklozen. Het ligt in ons voorne men om in de loop van 1989 U een notitie aan te bieden, waarin deze zaken in hun onderlinge samenhang worden bekeken. Wat be treft automatisering het volgende. Het belangrijkste onderwerp hiervan, gezien de actualiteiten, is het C.B.T. Door de P.v.d.A. en C.D.A. is ingegaan op de kwestie van de verkoop van het C.B.T. door Tilburg aan R.A.E.T. B.V. Voor zover nog niet be kend: de gemeenteraad van Tilburg heeft vorige week het besluit tot verkoop genomen. Het is misschien goed om de gang van zaken sinds de overname in het kort weer te geven. Op 11 februari 1988 werd door Tilburg en R.A.E.T. een intentieverklaring getekend voor onderhandelingen over samenwerking, waarbij op dat moment de vorm van samenwerking nog geheel openstond. Breda heeft dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 553