28 NOVEMBER 1988 556 Wethouder RöMKENS Zowel P.v.d.A., C.D.A. als V.V.D. spreken een positief oordeel uit over de totale financiële situatie waarin de gemeente Breda verkeert. Op grond van de afspraken in het programakkoord wordt ook dit jaar een sluitende begroting gepresenteerd en wordt ge constateerd dat er een zeker evenwicht begint te ontstaan tussen reserves en risico's. Gelijktijdig mag met enige tevredenheid ge constateerd worden, dat de aanmerkelijke achterstand in de finan ciële administratie, die een aantal jaren geleden geconstateerd moest worden, in belangrijke mate is weggewerkt. De waardering die vanuit de drie grote fracties in deze raad hierover is uitge sproken komt ook in belangrijke mate toe aan de ondersteuning vanuit het ambtelijk apparaat, zowel op centraal als op decen traal niveau. Belangrijk hierbij is tevens de verheugende consta tering, dat het management de noodzaak van een actuele financi ële administratie onderkent als een voorwaarde om een goed finan cieel beleid te kunnen voeren. Dit laatste is des te belangrij ker nu wij op weg zijn naar een output-begroting. Ik gebruik met opzet de woorden: "op weg zijn naar", omdat niet de indruk mag bestaan dat met ingang van 1990 een output-begroting in volle om vang kan worden gepresenteerd. Wel is het de bedoeling, en dat in de richting van de heer Sinke, dat in principe alle diensten moeten werken aan de output-begroting. Alleen als er harde argu menten zijn, waardoor dienstbegrotingen of onderdelen daarvan niet als zodanig kunnen worden gepresenteerd, zou hiervan afgewe ken kunnen worden. Daarnaast wil ik niet verhelen dat de cijfer matige presentatie, zowel bij begroting als Kadernota verbete ring behoeft. Zowel wat betreft de herkenbare aansluiting en daarmee gepaard gaande inzichtelijkheid als op het gebied van vormgeving. Bij de presentatie van de begroting 1990, en waar al mogelijk bij de Kadernota 1990, zal aan dit punt extra aandacht worden besteed. Eveneens is door de drie grote fracties geconsta teerd dat het meerjarenperspectief op termijn wederom een drei ging van rode cijfers te zien geeft. Zonder nu een al te groot optimisme bij U teweeg te brengen, wil ik er wel op wijzen dat naarmate de jaarschijven verder weg liggen van het begrotings jaar, de hardheid minder is. In dit verband zal bij de Kadernota 1990 wederom een actualisering op basis van de meest recente ge gevens worden gepresenteerd. Tegen de achtergrond van de dan ge geven situatie zullen de door Uw raad genoemde aandachtspunten, zoals criminaliteitsbestrijding, Zuidelijke Rondweg, areaal- en onderhoudsproblematiek, imagoversterking en milieu bij de weging moeten worden betrokken in relatie tot de dan bekende capaci teit. Met name de V.V.D. vraagt aan het college de Kadernota-me- thodiek als uitgangspunt te nemen voor de inzet van meevallers. Zoals in de nota van aanbieding is weergegeven zijn de meeval lers in belangrijke mate besteed voor het opvangen van knelpun ten. Dat deze niet bij de kadernota zijn gesignaleerd is vrij lo gisch, immers anders waren het geen knelpunten geweest. Overi gens moet ik opmerken dat de meevallers voor meer dan de helft zijn ingezet voor de opvang van rijkskortingen, daarnaast is f 200.000,als onontkoombaar aan te merken en is ruim f 170.000,van deze ruimte gebruikt voor verhoging van de in vesteringscapaciteit. De V.V.D. vraagt zich af of de opvang van rijkskortingen niet gegaan is ten koste van de andere sectoren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 556