28 NOVEMBER 1988 560
rechtvaardig werkt voor de bevolkingscategoriën die (net) niet
in aanmerking komen voor afschrijvingen, omdat men boven de van
rijkswege vastgestelde norm valt. Daarom is het college van me
ning dat een toepassing van afschrijvingen voor de vier genoemde
belastingen/heffingen alleszins past in een verantwoord minimabe
leid enerzijds en geen onrechtvaardigheid in zich heeft ten op
zichte van andere bevolkingscategoriën anderzijds. Bovendien
wordt hiermee voorkomen, en de meeste fracties hebben hierop ge
wezen, dat via slinkse wegen door de gemeente aan inkomenspoli
tiek wordt gedaan. Het zal duidelijk zijn, misschien overbodig,
dat de motie van Lisa met een strekking in strijd met de opvat
ting die ik zo even heb weergegeven, door het college wordt afge
wezen. Een groter probleem vormen voor mij de vragen van de
P.v.d.A. en de V.V.D. met betrekking tot de limitering. Op basis
van de door ons verkregen informatie ben ik van mening dat de re
aliteitswaarde van de verwachting dat vóór 1 januari 1989 de Wet
limitering o.g.b. de beide Kamers der Staten Generaal heeft ge
passeerd niet groot is. Tegen die achtergrond zou een discussie
over de gevolgen van de nieuwe wet in alle zorgvuldigheid bij de
Kadernota 1990 aan de orde kunnen komen, inclusief de door de
V.V.D. bepleite gefaseerde invoering. Overigens moet ik erop wij
zen dat het college bij de presentatie van deze begroting er van
uit gaat dat het rechttrekken van de eigenarenbelasting met de
gebruikersbelasting niet gefaseerd moet plaatsvinden. De redene
ring hiervoor is dat reeds enkele jaren een verlaging heeft
plaatsgevonden, zodat feitelijk geen sprake is van een verhoging
maar van het rechttrekken van een achterstand. Daarnaast zou een
gefaseerde verhoging niet geheel recht doen aan de wel doorge
voerde verhoging bij de gebruikers. Het tweede aspect dat door
de V.V.D. naar voren is gebracht betreft het in de ontwerp-wets-
wijziging opgenomen voorschrift inzake de verhouding eigenarenta-
rief-gebruikerstariefOnze huidige tariefsverhoudingen passen
binnen de in de ontwerp-wet opgenomen uitgangspunten. Dit bete
kent, dat zolang de raad geen wijziging brengt in zijn standpunt
dat de huidige tarieven uitsluitend aangepast moeten worden op
basis van de prijsontwikkeling,geen extra verhoging voor het ta
rief te verwachten is. Hierbij moet ik wel opmerken dat met het
invoeren van een nieuwe wet limitering o.g.b. een aantal andere
zaken gemoeid zijn, zoals het maximaal 100$ kostendekkend tarief
voor overige heffingen, waarbij dus geen winst gemaakt mag wor
den. Het lijkt mij daarom zinvol in alle zorgvuldigheid de effec
ten van de wet limitering o.g.b. via commissie en raad te bespre
ken, alvorens absolute uitspraken te doen ten aanzien van toekom
stige tarieven. Terugkerend naar mijn opmerking met betrekking
tot de vraagstelling van de P.v.d.A., ontstaat de volgende span
ningsvolle situatie. Indien de P.v.d.A. concreet vraagt met wel
ke voorstellen het college komt als de wetswijziging wel vóór 1
januari 19 8 9 wordt gepubliceerd in de Staatscourant, dan zal,
wil geen capaciteit voor 1989 verloren gaan, vóór 1 januari de
raad een besluit moeten nemen over de tarieven o.g.b. Wanneer U
voor 1 januari geen besluit heeft genomen dan kunt U het hele
jaar daarop volgend geen tariefswijzigingen toepassen.
De heer TAKS
Het is toch maar goed dat er dergelijke regels zijn.