28 NOVEMBER 1988 561 Wethouder RöMKENS U kent ze dus wel? De heer TAKS Ja, zeker. Wethouder RöMKENS Dus wil er geen capaciteit verloren gaan als de wet door de ka mer is dan moeten we voor 1 januari 1989 een besluit hebben geno men, in casu op 22 december van de maand december 1988. Dat zou betekenen, tegen de achtergrond van mijn opmerkingen die ik zo even gemaakt heb, als die situatie zich voordoet, waarvan ik ech ter nadrukkelijk zeg dat de realiteitswaarde niet te groot moet worden ingeschat, dat het college dan met een voorstel zal moe ten komen om de eigenaren-tarieven volledig recht te trekken te gen de achtergrond van de opgenomen achterstand. Ik verwacht dat er zeker in de tweede termijn over deze spanningsvolle situatie enige woorden met elkaar gewisseld kunnen worden, misschien wel met fracties onderling. In ieder geval zou ik U willen advise ren, als dat dan wel zou gebeuren, de discussie over een eventue le inzet van de meevaller, die dan een jaar eerder plaatsvindt dan begroot, te laten plaatsvinden bij de Kadernota 1990. Na dit wat technische verhaal met een aantal politieke kanttekeningen, enkele woorden over het stadskantoor. Met betrekking tot het wel of niet bouwen van een stadskantoor zijn er door een aantal frac ties naar onze mening schoten voor de boeg gegeven. Voor alle duidelijkheid willen wij stellen dat het college de opdracht heeft van de raad, op basis van het raadsbesluit van september 1987, te komen met een raadsvoorstel dat past binnen de door de raad geformuleerde randvoorwaarden. De worsteling van de stuur groep en ons college om binnen deze voorwaarden met een voorstel te komen mag genoegzaam bekend verondersteld worden. Dit neemt echter niet weg dat het college deze raadsuitspraak nog altijd als uitgangspunt voor verdere voorstellen hanteert. In dit ver band kan ik U mededelen dat binnen zeer afzienbare tijd een voor stel aan uw raad wordt aangeboden. Dit voorstel zal erop gericht zijn dat na een gecombineerde commissiebehandeling op 13 decem ber, de raad op 22 december wordt uitgenodigd tot definitieve standpuntbepaling en besluitvorming. Het lijkt me daarom juist een oordeel over het nog uit te brengen voorstel op te schorten tot het moment dat er een concreet collegevoorstel ligt. Alsdan kunnen de diverse fracties nagaan in welke mate zowel aan de kwa liteit van de bouwlocatie zal worden voldaan als de mate waarin de huidige huisvesting van de betrokken diensten tot een adequa te verbetering leidt en dit alles tegen de achtergrond van een concrete financiële vertaling. In de richting van de P.S.P. wil ik daarnaast echter nog één opmerking maken voor wat betreft het duur verbouwde stadhuis. Mij ontgaat de strekking van deze opmer king volkomen, daar er nauwelijks sprake is geweest van verbouw, wel van onderhoud. De heer GARRITSEN Dat is nogal fors uitgevallen, U kent de voorbeelden wel en dan praten we over verbouw.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 561