28 NOVEMBER 1988 564 turn van 1 januari echter gehandhaafd. Het groen dient in de bele ving van alle diensten als een sector-overstijgend belang te wor den gezien. In de planvorming binnen de gemeente dient het door de gemeenteraad vastgestelde Groenstructuurplan als vastgesteld beleid te worden beleefd. De relatie tussen toepassing bouwveror dening en kapverordening dient met inachtneming van juridische beperkingen, zo eenduidig mogelijk te zijn, doch minstens op el kaar afgestemd in die gevallen, dat de gemeente zelf plannen ont wikkelt. Op het gebied van energie- en grondstoffenbeheer dient de gemeente een gericht beleid te voeren. Dit geldt in het bij zonder voor een bovensectoraal energiebeleid, denkt U aan het bouwen, de aanpak van bepaalde verwarmingssystemen, het gebruik van alternatieve energiebronnen alsmede de mogelijke toepassing van milieuvriendelijke materialen. Het is duidelijk dat dit alle maal zaken zijn die alleen in bovensectoraal milieubeleid aan dacht kunnen krijgen. Tegen deze achtergrond en met deze kantte keningen en met deze randvoorwaarden ben ik graag bereid in de richting van de P.v.d.A., C.D.A., D'66 en Lisa toe te zeggen dat in de loop van 1989 een verdere uitwerking hiervan, in overleg met gemeentelijke diensten en met de commissie, kan plaatsvin den, zodat de door de P.v.d.A. verzochte aangeklede inhoudsopga ve als basis voor een nieuw programakkoord tijdig gepresenteerd kan worden. Hoewel het niet tot mijn taak gerekend hoeft te wor den de collegepartijen te verdedigen, zou ik toch in de richting van Lisa een opmerking willen maken voor wat betreft de verant woordelijkheid die collegepartijen al dan niet genomen hebben met betrekking tot de financiële consequenties van het milieube leid. Met name de collegepartijen hebben in positieve zin een groot aantal voorstellen op het gebied van het milieu gehono reerd. De opmerking in deze van het C.D.A. dat het milieubeleid in Breda niet afhankelijk mag zijn van geprognosticeerde rijks bijdragen wat in deze Algemene Beschouwingen naar voren is geko men spreekt in dit verband voor zich, alsmede de opmerking van de andere fracties in de richting van het integraal milieube leid. Bij de verdere uitwerking van een integraal milieubeleid zal ook het beloningsprincipe, waarvoor met name Lisa pleit, be trokken worden. De belangrijkste beloning van een goed milieube leid acht ik echter nog steeds een goed milieu voor ons en ons nageslacht PAUZE Wethouder SANDBERG heropent de vergadering als voorzitter. De VOORZITTER Zoals U reeds heeft gezien is de burgemeester wegens ziekte naar huis. Het antwoord van het college zal nu worden voortgezet door collega Van Raak en hij heeft het woord. Wethouder VAN RAAK Ik wil mijn antwoord beginnen met een constatering die indertijd door Thorbecke gemaakt is: "de lokale overheid heeft de plicht te zorgen voor de zwakke burger in de samenleving". De heer TAKS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 564