28 NOVEMBER 1988 569 maar ook Kamer van Koophandel Rotterdam. En de positieve uitstra ling, die uitgaat van de nadrukkelijke presentatie van Breda is er nu al, zowel extern, maar zeker ook intern. In het licht van de Vierde Nota maar ook gewoon naar de toekomst toe, is het be langrijk om aan te geven hoe we de positie van Breda nu zien. Het bewuste "drieluik" is daar een aanzet toe. De structuurvi sie, die door iedereen in de Algemene Beschouwingen betrokken is, geeft een eerste aanzet om de ruimtelijke mogelijkheden van Breda te presenteren. We presenteren daarbij de noodzakelijke uitbreiding van bedrijventerreinen en woongebieden. De mogelijk heden om uitbreiding te realiseren zijn beperkt. De discussie over de oplossingen die wij aangeboden hebben gaan we niet uit de weg. De komende maanden, waarin de procedure gevolgd zal wor den om de structuurvisie straks ook vast te stellen als struc tuurplan, zal die discussie ook zeker door alle belanghebbenden gevoerd worden. Wel is het van belang dat we de discussie naar het toekomstig ruimtegebruik tijdig voeren en daarna de afwegin gen maken die politiek soms moeilijk kunnen liggen. Dat kan pro blemen geven en dat realiseren we ons heel goed. De mogelijkhe den voor Breda zijn op eigen grondgebied beperkt. Vandaar dat we noodgedwongen ook over de grenzen hebben heen gekeken. Om misver standen te voorkomen, annexatie van hele gemeenten is daarbij niet aan de orde. De heer TAKS Wat dan wel? Instructies voor andere gemeenten? Wethouder RATTINK Wat in de structuurvisie wordt voorgesteld behelst een grenswij ziging. De heer Taks is er nogal uitvoering op ingegaan. Hij stelde dat juist de randgemeenten ons loyaal gesteund hebben in ons streven rond de Vierde Nota en dat men uitging van een goede samenwerking en niet van ruimtelijk beslag van Breda op het grondgebied van anderen. Vanzelfsprekend zullen we met de betrok ken gemeenten om de tafel moeten gaan zitten, dat is ook bij de eerste presentatie gesteld. Nadrukkelijk wil ik U toch onder de aandacht brengen dat ruimtegebrek op eigen grondgebied bij nage noeg alle grote steden aan de orde is. Kijk alleen al naar de discussie die momenteel gevoerd wordt tussen Den haag en de daar betrokken randgemeenten. In feite is daar de positie van de cen trale stad in zijn totaliteit aan de orde en niet alleen ten aan zien van het ruimtegebruik. Ook hier speelt de discussie op al lerlei terreinen. Ik hoef alleen maar te denken aan de discussie in het verband van de Regionale Volkshuisvestingscommissie. Wil len steden levensvatbaar kunnen blijven dan is het behoud van voorzieningen, van het draagvlak en van een gedifferentieerde be volkingsopbouw van essentieel belang. Vandaar de opties zoals in de structuurvisie aangegeven. Goed overleg met de randgemeenten blijft uitgangspunt daarbij. Op basis van de beleidsuitspraken kunnen straks voor grotere gebieden structuurschetsen ontwikkeld worden zoals b.v. onlangs voor de Lovensdijk en omgeving. In de commissie hebben we het er al vaker over gehad. We moeten af van de vele "postzegelplannen" en ontwikkelingen in een groter ge bied in zijn totaliteit bekijken. Het probleem is dat je nu in feite twee sporen tegelijkertijd moet volgen. Een visie ontwikke-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 569