28 NOVEMBER 1988 570 len voor die grotere gehelen; maar omdat je ontwikkelingen nu eenmaal niet stil kunt zetten, moet je ook op huidige vragen in spelen. Dat betekent dat ook aan art. 19 procedures niet te ont komen valt. In de commissie is de laatste tijd ook nogal eens ge sproken over het misverstand dat er bij de bevolking kan ont staan, doordat inspraakavonden vaak informatie-avonden lijken te zijn. De heer Sandberg heeft er al iets over gezegd. In het ka der van de ruimtelijke ordening blijken die misverstanden te rij zen als het gaat om de terminologie. We zullen daar nog eens grondig naar kijken. Voor zover die terminologie niet in duide lijke regels vastligt zullen we die opnieuw bezien. In de commis sie ruimtelijke ordening wil ik daar een keer uitvoerig op terug komen. Er is vandaag heel duidelijk gebleken dat het ruimtelijke ordeningsbeleid heel duidelijk verankerd raakt. Diverse colle ga's hebben op allerlei terreinen raakvlakken gezien met ruimte lijke ordening. Afstemming, coördinatie van de diverse genoemde belangen, ik noem U alleen maar economische zaken, het milieube lang, en zelf zou ik ook nog het volkshuisvestingbelang kunnen noemen, is denk ik werkelijk een zaak die bij ruimtelijke orde ning terecht dient te komen. Daar dient dan ook de afweging tus sen de diverse belangen plaats te vinden. Over woonwagenlocaties het volgende. In de commissies waar we onlangs twee woonwagenlo- katies gepresenteerd hebben, en als we het over afwegen hebben denk ik dat dat een aardige aansluiting is, is gevraagd om eerde re stappen om te komen tot de keuze van die twee, ter visie te leggen. Aan die vraag hebben we vandaag voldaan. De heer Garrit- sen vraagt nogmaals om de ambtelijke adviezen die aan de eindrap portage ten grondslag hebben gelegen. Ik wil er toch geen misver stand over laten bestaan: de ambtelijke eindrapportage heeft U inmiddels. Dat is geen andere dan het boekje dat U tijdens de commissievergadering is uitgereikt. De andere zaken, zoals ge zegd, waarnaar gevraagd is liggen inmiddels ter visie. Omdat U die ambtelijke eindrapportage in het bezit heeft en andere zaken ter visie zijn gelegd is de motie van de P.S.P. in deze dan ook overbodig. Ontwikkelingen stilzetten, dat kunnen we niet. Toch lijkt het er soms op dat direct betrokkenen dat wel graag zouden willen. In de discussie over de Zuidelijke Rondweg, zo zei on langs iemand, lijkt het wel of men weer terug wil naar de tijd dat men met een karretje over de zandweg reed. Vanzelfsprekend is dit chargerend gesteld. Maar terug naar de situatie zoals die was kunnen we ook niet meer. Zelfs de prognoses en de beelden die eerder voorgesteld zijn moesten drastisch worden bijgesteld. Voor de direct betrokkenen is dat moeilijk te verteren. Autover keer zonder meer tegengaan is in deze niet reëel. De realiteit is dat de weg een stedelijke ontsluitingsweg is. Immers, als we dat niet zouden doen dan betekent dat belasting elders. Maar even vanzelfsprekend is het dat we de weg onaantrekkelijk zullen maken voor doorgaand verkeer. Het overleg met Rijkswaterstaat over de overdracht is nog gaande. We hadden gehoopt dat eerder af te kunnen ronden en U eerder voorstellen te kunnen doen. Zo dra het overleg is afgerond kunnen we bezien welke aanpassingen er uiteindelijk zullen plaatsvinden. Dan kunnen we ook naar de financiële consequenties die dan optreden kijken. De heer Röm- kens heeft al naar de kadernota verwezen, voor wat betreft de op merking van de V.V.D. Er is ook in andere zin gesteld het auto-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 570