28 NOVEMBER 1988 573 te leefomgeving. Kwaliteit van de stad is ook de kwaliteit van de buurten voor de bewoners. Dat proberen we met stadsvernieu wing en buurtbeheer duidelijk voor elkaar te krijgen. In het ka der van de sociale veiligheid zijn diverse zaken aangekaart waar onder verlichting. De burgemeester is daar al op ingegaan. In het investeringsplan zijn daarvoor weer extra bedragen opgeno men. Ook de 1/3 regeling m.b.t. voorzieningen aan woningen is ge noemd. De burgemeester heeft al gesteld, dat deze regeling met andere claims bij de kadernota afgewogen zal moeten worden. De burgemeester heeft ook aangegeven hoe moeilijk het is om daar be paalde lijn in aan te brengen van wie wel en niet daarvoor in aanmerking zal komen. Met de commissie bestuurlijke preventie kleine criminaliteit zal daar nader naar gekeken worden. Niet al leen de kwaliteit van de stad boven de grond is van belang maar ook juist onder de grond. Ik neem aan dat ook de opmerking van de V.V.D. in het kader van de investeringen in die zin bedoeld is, maar ook dat, de heer Römkens heeft het al aangegeven, is een zaak die bij de kadernota nadere afweging verdient. Het C.D.A. stelde benieuwd te zijn naar de nieuwe nota volkshuisves ting en verwachtte die redelijk snel. Hen zal ik toch teleur moe ten stellen voor wat betreft de snelheid. De Bredase nota zal U niet eerder dan eind 1989 bereiken. Dat kan ook niet anders, wil len we de uitkomst van de nota Heerma die in mei in de Kamer in discussie komt, daarbij meenemen. Immers, die nota haalt nogal veel overhoop in de volkshuisvesting en het lijkt niet zinnig nu op korte termijn daarop vooruit lopend een nota in Breda uit te brengen. Met de corporaties zal vanzelfsprekend ook in het kader van de nota volkshuisvesting overleg gevoerd worden. Het is be langrijk om in het licht van de nieuwe ontwikkelingen duidelijke afbakening van de verantwoordelijkheden te hebben. Zoals al eer der gesteld, staat het overleg met de corporaties onder druk. Druk, o.a. veroorzaakt door de nieuwe taken die de gemeente in het kader van de decentralisatie heeft gekregen. Maar niet al leen de nieuwe taken van de gemeente, maar ook de recente ontwik keling, waarbij de sociale verhuurders steeds bedrijfsmatiger zullen moeten gaan werken, roept spanning op. In die zin is het dan ook verheugend dat de Bredase huurders er uiteindelijk in ge slaagd zijn toch tot een vorm van samenwerking te komen, zodat ook zij de inbreng van die kant in de discussie kunnen waarbor gen. Uit de raad is herhaalde malen gesteld, dat je het particu lier initiatief de eigen verantwoordelijkheid moet laten. Van zelfsprekend willen we dat ook, maar men moet wel bereid zijn die verantwoordelijkheid dan ook te nemen. Ook nu weer is de vraag gesteld naar de afstemming rond de kwalitatieve woningre gistratie. Het blijft uiterst moeizaam die afstemming van de cor poraties daarbij te krijgen. We kunnen er feitelijk niet meer om heen dat we zelf een initiatief zullen moeten nemen. De gegevens die we nodig hebben zijn essentieel als onderlegger voor het toe komstig beleid. We zullen ook daar de corporaties nogmaals op aanspreken. Immers we hebben laatst gezien bij de vermindering van contingenten, met name de verbetercontingenten, dat de keu zes steeds moeilijker te maken zijn, ook door de corporaties zelf. Daar waar we in de toekomst duidelijk een keuze moeten ma ken voor vervangende nieuwbouw of renovatie is een kwalitatieve woningregistratie onontbeerlijk. Als het gaat om verantwoorde-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 573