28 NOVEMBER 1988 582 Deze eerste taak vraagt evenwel ook om het evenwicht te bewaren tussen de groeiende vraag naar voorzieningen en activiteiten en de financiële mogelijkheden. Dit vraagt ook inventiviteit t.a.v. doelmatigheid van diegenen die voortdurend bezig zijn met de uit voering van taken en activiteiten, maar ook een politieke en reële prioriteitsstelling bij de realisering van een kunst- en cultuurbeleid is hiervoor een voorwaarde. De beleidsnotitie "kunst en cultuur" bevat een beschrijving van feitelijke situa ties en ontwikkelingen binnen de culturele werkvelden en de be schrijving van een prioriteitsvolgorde in de voorwaardenscheppen de sfeer. Er wordt aangegeven waar - ten aanzien van het treffen van voorzieningen - in de nabije toekomst de accenten gelegd zou den kunnen worden. Het doet mijns inziens geen recht aan de dis cussie en het besluitvormingsproces in commissie en raad om nu verder op de notitie in de gaan. De BKR is weggevallen, met alle problemen van dien. Het is niet aan de lokale overheid een alter natieve BKR te ontwikkelen, omdat dit haaks staat op het rijksbe leid. Ons streven is erop gericht lijnen uit te zetten die tot doel hebben de positie van de kunstenaars te verbeteren. Ik wijs daarbij op de plaats en positie van de Beyerd, de artotheek, de stringente toepassing van de percentage-regelingen, de realisa tie van kunstwerken en kunsttoepassingen in stedelijke structu ren, de regelmatige voeding van het fonds artistieke werken en het zich ervoor sterk maken dat het provinciaal bestuur de vier grote Brabantse steden ook daadwerkelijk financieel ondersteunt als "steunfunctie" voor de beeldende kunst, de ondersteuning van de Vereniging Ateliers Kunstenaars in de subsidiesfeer, maar ook in het zoeken naar mogelijkheden voor betaalbare atelierwoning- combinaties, de financiële ondersteuning van Galerie Stalker en Lokaal 01 en het samen met de plaatselijke beroepsvereniging BOA (Beroepsver. voor Kunstenaars) ontwikkelen van activiteiten en initiatieven waarbij het verdeelplan beeldende kunst 19 8 8 een goed voorbeeld is. Daarom wijst het college de motie van de heer Garritsen af. De heer GARRITSEN Ik zou toch graag De VOORZITTER Nee, mijnheer Garritsen, U heeft nu drie keer gebruik gemaakt van een interruptie. Ik zou nu toch graag de wethouder willen la ten uitspreken. U krijgt een ongetwijfeld ruime mogelijkheid in de tweede instantie. Wethouder ADANK Breda heeft een belangrijk historisch archief, zowel in ge schrift als in de bodem. Een goede eigentijdse presentatie is erg belangrijk. Dat is ook uitdrukkelijk in het takenpakket van de archeoloog opgenomen. Bouwactiviteiten nopen vaak tot snel bo demonderzoek. Documentatie en presentatie vormen dan geen priori teit. Ik wil deze problematiek begin 1989 in de raadscommissie cultuur, sport en recreatie aan de orde stellen. De nota "Anders omgaan met monumenten" die door Uw raad in 1982 is vastgesteld, is thans onvoldoende toegerust om de invoering van de nieuwe Mo numentenwet (1 januari 1989) op een adequate manier te interpre-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 582