584 Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente Breda op 30 november 1988. Voortzetting van de behandeling van de begroting voor 1989 (twee de termijn) AANWEZIG: DE HEREN F.M. FEIJ, VOORZITTER; A.C.A.M. ADANK, WETHOU DER; MEVROUW J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLTDE HEREN A.G.J.M. DEN BOER, J.O.E. BOER, MEVROUW M.J. BOIDIN-VAN HOEVE, DE HEREN J.L. BOKKELKAMP, M. BOSHART, MEVROUW J.M.J. BROSKY-WESTDORPDE HEER E. DE BRUIJN, MEVROUW H.W.D. DAMMER-NOORMAN, DE HEREN N.M.E.C. DERIJCKERE, H.C, VAN DONGEN, W.P. VAN DONGEN, N. GARRITSEN J.P.M. GOOS, A.B. GROSFELD, DE DAMES M.P. HEERKENS, M.M.C.W. HEESSELS, DE HEER A.W. KOEKKOEK, MEVROUW E. KRIENS, DE HEREN E.J.M. DE LEEUW, H.A. MARTENS, MEVROUW A.W. NEEB-WIEGERSMADE HEER J.C.N. NUITERMANS, DE DAMES IJ. DEN OUDEN-JANSENC. PEL- LISJ.C. VAN DER POEL, DE HEER H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; ME VROUW E.W. RATTINK, WETHOUDER; DE HEREN F.L.M. RöMKENSWETHOU DER; R.G.P. SANDBERG, WETHOUDER; J.P.W.A.A.M. TAKS, MEVROUW J. WOUTERS-KOOTSTRA, J.A. VAN DEN WIJNGAARD, M.P.W.C. VAN VEEN, SE CRETARIS. AFWEZIG: DE HEREN C.G. BERKHOUT, J.H.J. HOFSTé EN H.L. SINKE EN DE DAMES L. VAN BEUSEKOM-NIX EN E. PLES De VOORZITTER opent de vergadering om 19*30 uur met het gebed. De VOORZITTER Dames en heren, we zijn toe aan de tweede termijn. Voor de raad Is voor iedere spreker 10 minuten gereserveerd. Daarna wordt een pauze van een half uur gehouden, waarna ons antwoord volgt. Vóór de besluitvorming stel ik voor nogmaals een ruime pauze te nemen. De heer KOEKKOEK In de eerste termijn Is zowel door de fracties als het college een aantal zaken sterk naar voren gebracht, met name het minima beleid, de aanpak van de criminaliteit, de onroerend-goedbelas- ting en de toekomst van kunst en cultuur. In mijn tweede termijn zal ik op deze en ook andere zaken nader ingaan. Vooraf heb ik nog een opmerking voor de heer Garritsen. Hij moet toch weten dat een plaats in een wassenbeeldenmuseum pas wordt gegeven bij uitzonderlijke verdiensten. De heer Garritsen dicht dit toe aan de P.v.d.A. wat ik een prima zaak vind. Het minimabeleid van het college is door de V.V.D. bekritiseerd. Er zou niet gesproken mo gen worden over een solidariteitsheffing bij de kwijtschelding van het reinigingsrecht en de daarmee samenhangende verhoging van dat recht. De P.v.d.A. vindt de opzet van deze regeling: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, juist een concreti sering. De heer TAKS Van een solidariteitsheffing, zoals wij hebben gezegd. De heer KOEKKOEK Het is wél onze politieke opvatting. Zowel in Breda De heer TAKS Dat is onjuist. De heer KOEKKOEK

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 584