30 NOVEMBER 1988 585
Dat is Uw opvatting. Zowel in Breda als in de Tweede Kamer
brengt mijn partij de opvatting, dat de zwaarste lasten gedragen
moeten worden door de sterkste schouders, steeds naar voren en
doet voorstellen om de inkomenspositie van de mensen die moeten
leven van een sociaal minimum te verbeteren. Gemeenten mogen
geen inkomenspolitiek voeren. Vandaar dat wij deze solidariteits-
heffing een goed alternatief vinden en van harte ondersteunen.
De aanpak van de criminaliteit is eveneens sterk naar voren ge
bracht. Begrijp ik de C.D.A.-fractie goed als ik zeg, dat zij
geen gemeentelijk geld beschikbaar wil stellen voor het politie
budget? De tekst op bladzijde 4 van de Algemene Beschouwingen
van het C.D.A. geeft daarover mijns inziens te weinig helder
heid. De burgemeester heeft toegezegd een groot aantal adviezen
te gaan vragen aan de commissie B.P.C. (Bestuurlijke Preventie
Criminaliteit). Voor mijn fractie gaat dat niet ver genoeg. Wij
willen bij de Kadernota 1990 duidelijkheid over een aantal voor
stellen en de financiële consequenties. Om deze wens kracht bij
te zetten, dient mijn fractie een motie in, mede gesteund en on
dertekend door het C.D.A. De burgemeester heeft in eerste ter
mijn enige duidelijkheid gegeven over het door hem voorgestane
politiebeleid. Het ware beter geweest indien aan de politienota
1989 een vierde hoofdstuk was toegevoegd, waarin de beleidsvoor
nemens voor 1989 verwoord zouden hebben gestaan. Is zo'n aanvul
ling alsnog te geven? De suggestie van de burgemeester om struc
tureel op middagen te vergaderen is bij de P.v.d.A. niet goed ge
vallen. Wij zien een groot aantal nadelen, waardoor wij in ieder
geval in deze raadsperiode daartoe structureel niet willen over
gaan. Een discussie over mogelijkheden voor een volgende periode
willen we echter niet uit de weg gaan. Het college heeft bij mon
de van wethouder Sandberg naar onze mening de onduidelijkheid
over het C.B.T. niet opgehelderd. Wat zijn de consequenties voor
Breda van de overname door het bureau RAET. De opmerkingen van
de wethouder over de buurtwinkels klinken mooi, maar onze infor
matie wijst uit dat het niet zo rooskleurig is. Wij volgen het
beleid ten aanzien van de buurtwinkels daarom zeer kritisch. Het
standpunt van de P.v.d.A. over de onroerend-goedbelasting
blijft: zo spoedig mogelijk doorvoeren van de toegestane verho
ging van de onroerend-goedbelasting voor eigenaren, omdat de ver
hoging al een aantal jaren niet is toegepast. Het college heeft
dit standpunt nu overgenomen. Wat is de uiterste termijn waarop
de raad een verhogingsvoorstel voor 1989 kan verwachten, indien
de Kamer het wetsvoorstel aanneemt.
De heer TAKS
Gelukkig kan dat niet met terugwerkende kracht.
De heer KOEKKOEK
Dat betreuren wijmaar
De heer TAKS
Dat is waar het op staat.
De heer KOEKKOEK
Het handhaven van de randvoorwaarden voor het stadskantoor, vin
den wij een vanzelfsprekende zaak. Door de heer Boer zijn deze