30 NOVEMBER 1988 586 regelmatig vanaf het begin van de discussie over het stadskan toor naar voren gebracht. Ten aanzien van het milieu ondersteu nen wij het idee van een nauwe samenwerking tussen de diensten. Er moet daardoor echter geen competentiestrijd tussen die dien sten losbarsten. Het college heeft bij monde van wethouder Van Raak uitgebreid een tekst gegeven over de gemeentelijke bijdrage voor kinderopvang en de grens die bereikt zou zijn. Hoe staat het echter met de voorziene rijksbijdrage. Voor alle gemeenten zou een bedrag van ongeveer f 120.000,beschikbaar komen. Dat betekent voor Breda zo'n f 1,2 miljoen. Gaat dat geld dan naar de kinderopvang? Wij zullen vooralsnog wachten op de voorstellen van het college voor een kwalitatieve verbetering en uitbreiding van de kinderopvang. Wij verwachten de voorstellen van het colle ge bij de Kadernota 1990. De door ons overwogen motie dienen wij daarom nu niet in. Voor mijn fractie blijft het onduidelijk hoe onaantrekkelijk de Zuidelijke Rondweg nu gemaakt gaat worden. Kan het college daarover uitsluitsel geven? In de eerste termijn is de wethouder ingegaan op de huisvesting voor ouderen. Een be langrijk thema. Op bladzijde 5 van haar antwoord wordt gesproken over knelpunten. Welke knelpunten zijn dat? In dit verband ook nog een vraag over het doorstromingsbeleidDit is toch wel bre der dan alleen een doorstromingsbeleid voor ouderen. Stadsver nieuwing blijft voor de P.v.d.A. een belangrijk instrument om achterstelling in woonomgeving en huisvesting te verminderen en op te heffen. Ik wil nogmaals de noodzaak van voortgaande stads vernieuwing benadrukken; terecht is vastgelegd om na 1990 met de wijk Heuvel te beginnen. Wij steunen het college in de opmer king, dat een goede relatie tussen stadsbestuur en corporaties van belang is voor de totale huisvesting. Daarmee bedoelen wij ook dat er vanuit het stadsbestuur duidelijkheid gegeven wordt over wat het stadsbestuur verlangt van de corporaties. Tenslotte vraag ik aandacht voor de door mij en het C.D.A. ingediende mo tie, ten aanzien van het punt beveiliging en verlichting. De he laas door de wethouder niet uitgesproken tekst op bladzijde 14 van zijn antwoord, bevat een interessante opmerking over het fi liaal van de openbare bibliotheek in de Haagse Beemden. De VOORZITTER Dit is een probleem. Ingaan op niet uitgesproken teksten De heer KOEKKOEK Dan omzeil ik het probleem door de vraag te herhalen die ik in eerste termijn heb gesteld en waarop ik geen mondeling antwoord heb gekregen. Kan er in de Haagse Beemden een filiaal komen van de openbare bibliotheek? Graag wil ik van de wethouder horen of dat filiaal er gaat komen. Ten aanzien van N.A.C. heeft U geant woord, dat U met een aantal voorstellen zal komen. Wij willen graag weten met welke voorstellen U denkt te komen. Wat betreft het onderwijsbeleid het volgende. Uw antwoord over de lokale be leidsruimte vinden wij een formeel ambtelijk geformuleerd ant woord en daardoor niet erg inspirerend. Ik verwacht dat het col lege de aanwezige beleidsruimte opzoekt en tot het uiterste be nut. Er is bij het onderwijs meer onder de zon, dan huisvesting. Ik verwijs naar gemeenten als Den Haag en Utrecht, waar wel dege lijk ook een inhoudelijk onderwijsbeleid gevoerd blijkt te kun-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 586