30 NOVEMBER 1988 592 De VOORZITTER Zou U mij willen zeggen hoe ze dat probleem oplossen In de ande re 16 gemeenten boven de 100.000 inwoners? Daar wordt wel over dag vergaderd. De heer TAKS Ik stel vragen aan het college. Daaraan kan het college wel dege lijk het nodige verbeteren. Dat dient dan ook met onmiddellijke ingang te gebeuren. Daarmee herhalen wij onze vraag die in de eerste termijn is gesteld. Wat betreft de verslaglegging van de commissievergaderingen merken we op, dat we graag aan het colle ge en de gemeentesecretaris overlaten hoe een meer uitgebreide verslaglegging kan worden geëffectueerd. Naar onze mening staat nu niet meer ter discussie of dit ook zou moeten gebeuren. Het unanieme advies van de fractievoorzitters spreekt voor zich. We hebben de burgemeester horen spreken over zijn politiebeleid dat, door een wijziging in de organisatie, erop gericht is, de aanwezigheid van de politie op straat te vergroten. In de loop van de jaren heeft de V.V.D.-fractie bij herhaling gewezen op de preventieve waarde van zichtbare politiesurveillanceDe onvol doende sterkte van het korps verhindert tot dusverre daar waar anders aan projectsurveillance te voldoen. De justitionele poli tietaak vraagt nu eenmaal ook haar deel van de politie-inzet Zonder uitbreiding van de sterkte lijkt uitvoering van het voor nemen van de burgemeester niet zo goed mogelijk. De kans op sub stantiële verhoging van de sterkte conform de uitkomsten van het P.K.P.-onderzoek lijkt op korte termijn toch niet zo erg groot, mede gezien het recente akkoord tussen de politieministers en de vakbonden, waarin onder andere de afspraak is opgenomen, dat ge dwongen overplaatsingen achterwege zullen blijven. Uitbreiding van de sterkte, nodig om de politie meer te laten surveilleren, is daardoor minder zeker geworden. Hoe ziet de burgemeester dit? Met betrekking tot de verstoorde relatie tussen de burgemeester en korpschef heeft de burgemeester toegezegd, om te zijner tijd de commissie openbare orde in een besloten vergadering verder te informeren. Verdere informatieverstrekking aan deze commissie stellen wij zeker op prijs, maar het was niet onze vraag. Onze vraag luidde of de burgemeester bereid is om zo spoedig mogelijk uit eigen beweging aan de raad verantwoording af te leggen en een volledige opening van zaken te geven. Dat dit in een vergade ring met gesloten deuren moet gebeuren ligt natuurlijk voor de hand. Ronduit ontevreden zijn we over de reactie van het college naar aanleiding van onze opmerkingen over een dreigend conflict met de gemeenten Prinsenbeek en Nieuw-Ginneken in verband met de structuurvisie 1988-1998. Enkele jaren geleden heeft het college in het openbaar gefilosofeerd over de wenselijkheid van grenscor recties. Naar aanleiding daarvan hebben wij bij de begrotingsbe handeling van 1986 het college de uitspraak ontlokt, dat het naar de mening van het college een slecht uitgangspunt is om met omliggende gemeenten te onderhandelen onder dreiging van gemeen telijke herindeling. Het is onbegrijpelijk dat het college, on danks die duidelijke standpuntbepaling weer in dezelfde fout is gevallen en bij monde van wethouder Rattink in de raad te ver staan geeft, dat wat in de structuurvisie wordt vastgesteld een grenswijziging behelst. Als het college werkelijk meent dat op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 592