30 NOVEMBER 1988 595
wil daarbij een oogje in het zeil houden om te voorkomen dat in
dat kader een sluipende verzwaring, respectievelijk een verschui
ving van belastingen optreedt.
De heer DE LEEUW
In Uw reactie op ons voorstel, om in het begin van het komend
jaar fundamenteel te discussiëren over het item bestuurlijk func
tioneren, spreekt U de bereidheid uit hier te zijner tijd aan te
gemoet te komen. Wij zijn blij met deze toezegging, maar nadere
uitleg over wat bedoeld wordt met "te zijner tijd" is ons zeer
welkom. Mogen wij dit vertalen als: in de eerste helft van het
komende jaar? Het gaat er bij ons niet om dat wij elkaar tegen
komen voor wat dit betreft, maar dat wij gezamenlijk inhoud we
ten te geven aan de wijze van het bestuurlijk functioneren. Het
is goed dat de discussie over de verslaglegging van commissiever
gaderingen achter de rug is en dat nu gekeken gaat worden hoe
hieraan invulling gegeven kan worden. Wel willen wij graag van U
vernemen op welke termijn dit gerealiseerd kan worden. In de
richting van wethouder Sandberg het volgende. Hij is in zijn be
antwoording uitgebreid ingegaan op de cultuurverandering bij de
gemeentelijke medewerkers, zoals die door ons in de eerste ter
mijn is besproken. Hij is echter niet meer teruggekomen op het
project "Vonk" van de gemeente Groningen. Wij hopen dat we voor
alsnog uit kunnen gaan van de toezegging die hij heeft gedaan
bij de begrotingsbehandeling in de commissie personeel, organisa
tie en automatisering, namelijk het ter kennis brengen van dit
project bij de commissie en het serieus bekijken of dit project
ook binnen de gemeente Breda van toepassing kan zijn. Wethouder
Römkens willen wij in eerste instantie hartelijk danken voor het
duidelijke antwoord dat hij ons gegeven heeft, omtrent de f
200.000,aan bezuinigingen voor cultuur. Ten aanzien van de
afschrijvings- en reserveringsmethodiek werd door ons niet ge
steld dat deze methodiek onverkort doorgevoerd moet worden, maar
wij vroegen U of er algemene criteria te geven zijn op basis
waarvan een dergelijk systeem ad hoe zal worden toegepast. In de
richting van wethouder Van Raak het volgende. Wethouder Van Raak
meende uit ons betoog geen specifieke vragen te kunnen distille
ren, althans wij menen dit te kunnen opmaken uit zijn beantwoor
ding. Met name waar het in ons betoog ging over het maatschappe
lijk middenveld hebben wij erop gewezen, dat de burger gemangeld
kan gaan worden tussen de overheid aan de ene kant en het parti
culier initiatief aan de andere kant. Wij vroegen U wat de demo
cratische grondregels zijn bij dit middenveld. Wij stelden daar
bij 3 eisen die voor ons van essentieel belang zijn, wil dit mid
denveld goed kunnen functioneren, te weten het democratisch func
tioneren, de openheid en de controleerbaarheid. Daar waar het
middenveld grotendeels zijn portefeuille betreft, en in mindere
mate die van wethouder Rattink en wethouder Adank, willen wij
graag het standpunt van het college hierover vernemen. Naar aan
leiding van het betoog van wethouder Rattink het volgende. Het
ene gaat over wat wij op schrift terug hebben kunnen vinden, na
melijk, ik citeer: "goed overleg met initiatiefnemers staat bij
de eis ten aanzien van kwaliteit voorop". Wij hopen dat dit ook
geldt ten aanzien van de gemeentelijke activiteiten. Een stuk
wat niet meer op schrift is terug te vinden, maar wel is uitge-