1 FEBRUARI 1988 59 klinkt het net alsof er heel veel projecten op stapel staan. Dat is niet het geval en dat heb ik in de commissievergadering ge zegd. De Algemene Woningbouwvereniging heeft laten weten dat men op zich wel belangstelling heeft om in de toekomst nog een keer een dergelijk project op te zetten. Het is niet zo, dat er al een concreet voorstel ligt. Men zegt alleen: "we hebben nu alle ervaring met dit project en in de toekomst zouden wij wellicht nog een keer een dergelijk project willen aangaan". Er is ge vraagd: waarom moet een corporatie in die zin dat doen en waarom niet een aparte stichting? Er spelen enkele zaken mee. De know how van de corporatie is een belangrijk punt wat hierbij meege speeld heeft. In die zin is dat het beheer waarvoor men inder daad betaalt. Dat beheer is nu gegarandeerd. Bij een stichting waar alle kopers samen eigenaar zijn of althans een vereniging hebben en samen verantwoordelijk zijn, is dat vaak veel moei lijker te realiseren. Dat is voor de mensen vaak een reden waar om ze zeggen: ik doe het liever niet; die organisatievorm is mij te ingewikkeld en er zitten teveel risico's aan. Het feit dat de know-how, de kennis en de kunde van een woningbouwvereniging betrokken zijn, is een extra zekerheid. Bovendien is het zo, dat een uiteindelijk batig saldo voor de Algemene Woningbouwver eniging in haar algemene bedrijfsreserve komt en ten gunste van de volkshuisvesting kan worden aangewend. Gevraagd is: als alles verkeerd gaat, wat gebeurt er dan? Als de woningen niet verkoop baar zouden blijken, dan dient er overleg plaats te vinden. De terugkoopprijs is niet geïndexeerd omdat men dezelfde doelgroep wil blijven benaderen. Het is dus zo dat de Algemene Woningbouw vereniging in die zin zegt: "als een woning tussentijds verkocht wordt, dan kopen wij hem voor de vastgestelde prijs terug en dan moet hij beschikbaar blijven voor dezelfde doelgroep". Als die woningen niet verkoopbaar zouden blijken, wat gezien de verhou ding prijs-kwaliteit op dit moment onvoorstelbaar zou zijn, dan kan de Algemene Woningbouwvereniging ook verhuren. Mochten er daaruit nog problemen voortkomen, dan zou je er de markt mee op moeten als er binnen de doelgroep geen mogelijkheid zo zijn. Als dat allemaal niet zou kunnen, dan kom je terug bij de woningbouw vereniging. De heer Goos heeft gevraagd: heeft het ministerie daarvoor toestemming gegegeven? U heeft de circulaire uit 1983 gezien. Ik ben op het ministerie geweest. Men heeft daar gezegd: "wij nemen dit voor kennisgeving aan en we zeggen geen ja en geen nee. We zijn alleen blij dat U de fouten, die aan andere MGE-projecten in den lande zitten, heeft weten te vermijden. Er zijn op dit moment tal van experimenten. We zullen daarover op niet al te lange tijd een beleidsuitspraak moeten doen. Wellicht zullen in de toekomstige nota volkshuisvesting, die binnenkort het licht zal zien die beleidsuitspraken naar de toekomst toe gedaan worden". Dat houdt in dat er op tal van plaatsen experi menten zijn en die neemt men voor kennisgeving aan. Men zegt niet: maak er een heleboel bij op die manier, maar men zegt ook niet: je moet het niet doen. Men ziet het meer als een zoeken naar toekomstige mogelijkheden. We leren in die zin van de experimenten die er zijn. Over de fondsen en de 6.500,die daarin gestort moet worden het volgende. Die 6.500,krijgt men uiteindelijk terug als men het huis verlaat en de Algemene Woningbouwvereniging het huis terugkoopt. U kunt zeggen: men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 59