30 NOVEMBER 1988 602
De leden van de raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het reglement van orde voor de vergade
ringen van de raad der gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt;
de raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behande
ling van de begroting 1989;
overwegende dat,
- er sprake is van een steeds toenemend autoverkeer;
- er geen ruimte bestaat om aan de wensen en behoeften van de au
togebruikers te blijven voldoen;
- een toenemend autoverkeer in steeds sterkere mate zal bijdra
gen aan het verslechteren van het milieu;
- een stad en in het bijzonder een binnenstad met een beperkt au
toverkeer aan aantrekkingskracht zal winnen;
- de huidige stand van het autoverkeer de doorstroming van het
openbaar vervoer reeds belemmert;
- het autoverkeer en zeker een toename daarvan de veiligheid van
fietser en voetganger in het gedrang brengt;
besluit
- een beleid te voeren dat het gebruik van openbaar vervoer en
van de fiets zal stimuleren en het autoverkeer vermindert;
verzoekt
- het college van burgemeester en wethouders in het jaar 1989,
uiterlijk op 1 september, een nota verkeer en vervoer te pre
senteren, waarin integraal beleid op dit terrein wordt geformu
leerd en in het bijzonder het beleidsvoornemen van stimuleren
van openbaar vervoer en gebruik van de fiets, alsmede het te
rugdringen van het autogebruik van concrete maatregelen worden
voorzien;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
We zijn thans toe aan het antwoord van het college, naar aanlei
ding van de inbreng in tweede instantie. Naar aanleiding van het
bestuurlijk functioneren heeft de heer De Leeuw gevraagd, of ik
concreter kan aangeven wanneer het gesprek met de fractievoorzit-