30 NOVEMBER 1988 604 Zou het niet wenselijk zijn om via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te bepleiten, dat de rechtspositie van raadsleden, zo als de heer Koekkoek bedoelt, wordt bestudeerd en dat op een meer structurele wijze dan thans het geval is? De VOORZITTER Dat is een heel zinvolle opmerking, omdat het niet alleen om het inkomen gaat, maar ook om rechtspositionele aspecten. U weet dat er ook gesproken wordt over pensioen, wachtgelden en dergelijke. Dat zijn allemaal zaken die nog via een wetswijziging tot stand moeten komen. Ondanks dat moet ik toch constateren dat het in 16 van de 17 steden met meer dan 100.000 inwoners, ook onder de hui dige rechtspositieregeling en bezoldiging, mogelijk blijkt te zijn om 's middags te vergaderen. De heer GARRITSEN Het standpunt dat U nu inbrengt, namelijk de voorkeur om in de toekomst naar de middagen over te gaan, wordt dat door het hele college onderschreven? De VOORZITTER Nee. Aan de voorzitter van de raad is gevraagd om met de fractie voorzitters daarover te praten. We hebben dat in het verleden ook gedaan, namelijk voordat dit programakkoord werd gesloten. Toen heb ik ook niet namens het college, maar op persoonlijke ti tel bij de onderhandelingen aan de diverse fracties notities aan geboden met onder meer enquêtes die zijn gehouden. Ik kan me voorstellen dat bij de programonderhandelingen in 1990 dit een onderwerp van bespreking wordt. Meer mag ik van U niet verlan gen. Uit mijn tussenreactie op de woorden van de heer Taks zal hij begrepen hebben, dat ik een beetje ben geïrriteerd, trouwens niet ik alleen, namelijk over de wijze waarop de heer Taks vindt dat de omgang tussen college en raad niet deugt. In de eerste in stantie heeft hij gesproken over bestuurlijke wanorde. Ik neem hem dit kwalijk. De heer TAKS Een vergaderwanorde. Dat is iets anders. Ik heb de voorbeelden genoemd. De VOORZITTER U heeft voorbeelden genoemd, maar dat zijn weer algemene voor beelden. Concreet bent U niet als U zegt veel nota's en notities zijn toegezegd De heer TAKS Ik kan U twee concrete voorbeelden noemen. De Nota Minimabeleid heeft de raad niet bereikt als wezenlijk stuk van deze beraadsla gingen. De notitie waar wethouder Römkens naar verwees over de taakstelling van cultuur heeft de raad niet bereikt; tot nader onderzoek als ik wethouder Römkens goed volg in zijn gedachten- gang. Wethouder RÖMKENS Dat is zelfs besproken in de commissies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 604