30 NOVEMBER 1988 606 had over de relatie raad en college. Er zit zelfs een speels ele ment in. Daar spraken wij over. De VOORZITTER Nou, ik denk dat die verhouding niet te best is. Als U doorgaat met een sfeer op te roepen die de werkelijkheid niet weergeeft, dan kan ik niet zeggen dat U bijdraagt tot verbetering van de verhouding tussen raad en college. De heer TAKS U heeft argumenten genoemd in het college. Om de sfeer te beder ven lijkt me toch een beetje ver gaan. De VOORZITTER Ik weet niet wie dan de aanleiding daartoe is. Ik ga thans over tot het onderwerp bestuurlijke preventie. Met betrekking tot de ingediende motie van de fractie van P.v.d.A. ondersteund door het C.D.A., kan ik U mededelen dat wij geen bezwaar tegen deze motie hebben, mits daaruit niet een claim wordt gelegd op de be handeling van de Kadernota. Als je de motie letterlijk neemt dan doet hij dat ook niet. De heer TAKS Nog één interruptie over de discussie van zojuist, anders ver geet ik het misschien en dan krijg je een derde termijn. Wat ik heb gezegd, heb ik gezegd namens de V.V.D-fractieU spreekt nu tot de heer Taks persoonlijk, maar het zijn ook de gevoelens van de V.V.D.-fractie De VOORZITTER Dat neem ik aan ja. Daarom heb ik ook gezegd dat de verhouding tussen de V.V.D-fractie en het college niet De heer TAKS Daar zijn procedurele zaken. Laat daar maar geen misverstand over bestaan. De VOORZITTER Misschien kan dat nog eens een discussie in Uw fractie opleve ren. Met betrekking tot de bestuurlijke preventie het volgende. De heer Van Dongen heeft gesproken over de 1/3-regeling en heeft gezegd dat hij met belangstelling de mogelijkheden op dat ter rein tegemoet ziet. Dat is toegezegd en het wordt ook gevraagd in de motie die nu aan de orde is. Wij zullen daar naar kijken. Wanneer we de 1/3-regeling integraal toepassen dan wordt dat een uiterst kostbare zaak. Je zult een raamwerk moeten treffen en Ik begrijp uit de belangstelling van de woningcorporaties dat men met name denkt aan verlichting van parkeerterreinen die ook multifunctioneel vaak gebruikt worden. Als het ook betrekking heeft op souterrains en dat soort zaken en de gemeente zou daar aan gaan bijdragen, dan lijkt het me erg kostbaar. Maar de motie vraagt juist om duidelijkheid daaromtrent te bieden bij de kader nota. De heer KOEKKOEK

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 606