30 NOVEMBER 1988 609
het verzoek aan de korpschef om de begroting op korte termijn te
behandelen in staf en dienstcommissie. Het is aan hem te bepalen
of hij dat doet. Ik heb daarmee mijn zaken beantwoord.
Wethouder SANDBERG
De heer Koekkoek heeft nog een verduidelijking gevraagd over de
consequenties van de overname C.B.T. door RAET. Het was hem nog
niet geheel duidelijk en ik heb in eerste instantie ook gezegd
dat wij helaas in de situatie zitten dat het ons ook nog niet ge
heel duidelijk is. Onze visie op de gang van zaken is wel duide
lijk. Die hebben we in een brief aan het bestuur van de gemeente
Tilburg vastgelegd. De commissie heeft hiervan een afschrift ge
kregen. Ik heb U ook gemeld dat er binnenkort een gesprek is met
een delegatie van het college van burgemeester en wethouders van
Tilburg om van haar kant de door ons gewenste verduidelijking op
de gang van zaken te krijgen. Centraal punt daarbij is onze op
vatting dat wij een contract met de gemeente Tilburg hebben en
dat dat niet zonder meer opzij geschoven kan worden. Op de twee
de plaats heb ik er nog op geduid hoe zij met onze gegevens in
relatie tot hun overeenkomst met RAET denken om te gaan en dan
met name die gegevens die uiteraard aan privacy-zaken onderhorig
zijn. Mijn intentie is om daarna de commissie POA daaromtrent te
informeren. Ik hoop dat we dan heel snel voor wat betreft Breda,
de duidelijkheid hebben waar de heer Koekkoek om vraagt. De he
ren Van Dongen en Koekkoek hebben nog een keer over de winkel
wijkcentra gesproken. De heer Koekkoek heeft daaromtrent gezegd:
"mij hebben signalen bereikt". Ik denk dat ik mag zeggen dat dat
signalen zijn geweest uit het prille begin van het experiment.
Toen is de zaak niet goed gegaan en dat weten we allemaal. Dat
is ook aanleiding geweest voor een uitvoerige discussie in de
commissie. Het proces is niet goed opgestart. Ik kan U nu zeggen
dat het proces gelukkig een stuk beter loopt. De betreffende on
dernemers hebben zich georganiseerd en er vindt goed overleg
plaats met de projectgroep waarin ook de gemeente participeert.
Ik heb de goede hoop dat het proces nu veel beter in de hand
wordt gehouden. Aan de andere kant moet ik U eerlijkheidshalve
zeggen dat het ook voor ons een nieuwe problematiek is waar we
weinig ervaring mee hebben. We hebben het ook een experiment ge
noemd, waar we zeker uit zullen leren. Het samen oppakken van
het experiment met vertegenwoordigers van andere disciplines dan
de gemeente vergt uiteraard bijzondere omgangsvormen. Maar ik
denk dat vanuit het experiment en daar doelt ook de heer Van Don
gen op, er juist een extra impuls komt om met de uiterste zorg
vuldigheid straks ook de bestuurlijke besluiten over het proces
te nemen. We weten dat we op dit moment nog in de voorfase zit
ten waarbij de projectgroep met de ondernemers aan het praten
is. Het zal uiteindelijk moeten leiden tot een aantal bestuurlij
ke besluiten en die zullen zeker met de nodige zorg moeten wor
den genomen. De heer Van Dongen heeft volstrekt gelijk als hij
zegt: "ik mis in het rijtje wat U heeft opgenoemd contractmanage
ment". Dat hoort er zeker bij. Het was eigenlijk niet bedoeld
als een limitatieve opsomming. Als wij verder gaan met een aan
tal experimenten in de beleidsinstrumentaria, dan hoort daar ook
de term contractmanagement bijBinnenkort zal het college daar
over nader van gedachten wisselen. Over de privatisering het vol-